zondag 30 maart 2008

Veni vedi foetsie


Politiek
Boterzacht


Hennah Buyne. Alweer twee weken geleden opgestapt als Amsterdamse wethouder van onderwijs. Maar de wonden zijn nog vers. Moeilijke kwestie. Hoewel ik de overwegingen en intenties van Buyne niet betwijfel, zal ik haar vooralsnog het predikaat ongeschikt moeten geven. Althans politiek. Als mens, geëngageerde burger en vakvrouw krijgt ze een dikke plus. Maar politiek zakelijk gezien, moet ik stellen dat Buyne zichzelf, haar partij en de Surinaamse gemeenschap niet bepaald een goede dienst heeft bewezen met haar politieke karoewiwiri faya.

Het klinkt natuurlijk wel mooi: “Mijn integriteit werd ter discussie gesteld. Dat is een verwijt dat mij in mijn hart heeft geraakt.” Maar Buyne is in het politieke mijnenveld niet in staat geweest haar politieke en persoonlijke integriteit van elkaar te scheiden. Ze is terecht flink aangepakt door de oppositie. Hoe goedbedoeld en ideologisch die lesbrief ook is, het gaat om het politieke principe. Door eerst te ontkennen dat je geen bemoeienis had met de inhoud, heb je een politieke doodzonde begaan: ‘gelogen’. En natuurlijk gaat de oppositie je dat inwrijven. Flink zelfs. En terecht grijpen ze naar termen als ‘moedwillige en doelbewuste misleiding’. En eerst diep door het stof gaan en uiteindelijk principieel opstappen, getuigt ook niet bepaald van zelfopofferingsgezindheid. Het is de bedoeling dat je je dan enige tijd gedeisd houdt als ‘aangeschoten wild’. Maar ja; Buyne ervaart het niet als een schaafwond, maar als een vleeswond in de hartstreek.

Ik citeer uit de omstreden lesbrief: “Helaas zijn er politici die denken dat ze populairder worden door heel negatief te zijn over bepaalde groepen mensen. Ze denken dat je alles moet kunnen zeggen, ook als het kwetsend kan zijn.”
Sorry, hoe goed ook bedoeld: het is gezien de huidige politieke constellatie een politieke zin van jewelste. En het laatste wat we willen is dat onze kinderen op school politiek worden ingekleurd of geïndoctrineerd. Een wethouder dient als bestuurder geen partij-ideologische belangen maar algemene. Tuurlijk: accenten doordrukken mag maar met oog voor democratische beginselen. Want: wat je zaait, oogst je. Stel nu we hebben een PVV-wethouder aan het roer die in de lesbrief laat opnemen: “Er zijn politici die zuurverdiend gemeenschapsgeld verkwanselen aan werklozen en zwakke gezinnen.” Dan hebben we toch ook de poppen aan het dansen?

Een betere formulering was wellicht geweest: “Bepaalde politieke opvattingen kunnen als zeer kwetsend binnen bepaalde delen van samenleving worden ervaren.” Punt uit. En dan geef je de ruimte voor discussie binnen de klas met als moderator de leerkracht. Hebben jullie voorbeelden van zulke opvattingen en wie zouden zich er door gekwetst kunnen voelen? En waarom? En je kan alle kanten op. Maar wie de lesbrief over ‘vrije meningsuiting’ doorneemt krijgt niet echt het gevoel dat er daarvoor echt ruimte is. Ze lijkt eerder een blauwdruk voor betutteling. En dat strookt eenvoudig niet met de traditie van het vrije Nederlandse denken. Ook al staat deze onder druk door extreemrechts dan nog heiligt het doel de middelen niet. En voor iemand die vanaf haar negende in Nederland woont, heeft Buyne deze traditie slecht aangevoeld. En dat mag ze zichzelf aanrekenen.

Maar wat ik interessanter vind, is waarom ambtenaren niet alle zeilen hebben bijgezet om Buyne er voor te behoeden op een dergelijk opzichtige mijn te stappen. Als adviseur zou ik indringend op haar hebben ingesproken: ‘Hennah, dit leidt tot een politieke rel!’ Of liet Buyne zich dan toch vooral leiden door eigengereidheid of ‘arrogantie’? Of is er daadwerkelijk sprake van lange-dolkenpolitiek binnen de PvdA waarbij vooral allochtonen vroegtijdig het veld ruimen en elk valletje van pas komt? Dát zijn de vragen die mij bezighouden.

Besturen is slikken, buigen, slikken en weer doorgaan. Met als ultieme doel: in het machtscentrum blijven. Wat dat betreft is Buyne duidelijk weer te lang uit Suriname waar politieke zetels mee in het graf gaan. Maar volgens sommige ingewijden speelt zich ondergronds iets veel smeriger af. En daar schuilt dan wel degelijk zelfopofferingsgezindheid van Buyne. Neemt ze inderdaad een ‘witte-partijcultuur’ in bescherming door de vuile binnenshuis te houden? Hennah Buyne: veni, vedi, foetsie. Ze kwam, ze zag, en dacht: wegwezen! Want bij het omkijken – in de hoop op ruggensteun – moeten partijdolken vermoedelijk schrikbarend hebben geblonken. Ja, dan heb je wel een extra gelaagde olifantenhuid nodig. En eigenlijk zei Buyne met haar emotioneel geladen verklaring: ik ben nog ‘teveel mens’. Oftewel politiek boterzacht. Gezien de futiele aanleiding en onbevredigende verheldering van zaken, rest mij niet anders dan deze (voorlopige) conclusie.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 29 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)










Google