zondag 6 april 2008

Motorinfarct


Torenhoge
boomtoppen


Een ronduit deprimerende start van de dag was het om het follow up-nieuws te vernemen over het vliegtuigongeval in Oost-Suriname. Wat een rampzalige impact als in ons kleine Suriname in één klap twintig mensen om het leven komen. En hoezeer moet het voor Telesur – als Surinaams bedrijf – een gitzwarte dag zijn als je een werknemer en maar liefst acht contractors verliest! Expertise die nota bena hard nodig is in een door ‘braindrain’ geteisterd land.

Er wordt nu vooral gespeculeerd over de veiligheid van de airstrips in het binnenland en tussendoor gezegd dat die ‘slechts een grasbaan’ zijn. Maar daar is op zich niets mis mee. Belangrijk is dat die baan afdoende is om te landen en op te stijgen. Tuurlijk: je zit midden in het Amazonewoud en op een gegeven moment resten alleen nog maar torenhoge boomtoppen. Maar in ontwikkelde Westerse en Aziatische landen vliegen we toch ook tussen wolkenkrabbers door en scheren we over snelwegen. Tja, en als het misgaat dan is het – zoals de vader van de omgekomen Surinaamse pilote manmoedig zei: “It’s all in the game.”

We moeten ook niet bij elke catastrofe direct Surinaamse expertise in een verkeerd daglicht stellen. In de ruim tien jaar, tot 2006, heb ik mij altijd veilig gevoeld in handen van Surinaamse piloten. Buitengewoon knap hoe zij, duikend als een valk, de landing inzetten op die afgemeten en uitgeschoren biljartstrook tussen de bomen. Daarna komt afremmen met motorkracht op juiste timing neer. Letterlijk adembenemend. En een ingezette take-off afbreken, is abortus mortis pluriformis. Je kan alleen maar ontzag hebben voor Surinaamse piloten. Op en top vakmensen!

Wel is het zo dat de mate van onderhoud of vervanging van de vliegtuigjes valt en staat met de inkomsten. Daarom blijft het in het koopkrachtarme Suriname een marginale en hachelijke onderneming, en worden toestellen ingezet van wel meer dan twintig jaar oud. Maar zonder deze lokale maatschappijtjes zou het Surinaamse binnenland sociaal-economisch vrijwel afgesloten zijn van de buitenwereld. En je kan moeilijk verwachten dat contractors van bedrijven twee halve etmalen onderweg zijn door de jungle: time is money! Het blijft een dilemma.

Maar als gewoon reiziger of vakantieganger is het raadzaam de jungletrip voor lief te nemen, want de vloot van Surinaamse vliegtuigjes laat eenmaal nogal te wensen over. Zoals rompplaten die bij het opstijgen loslaten. En hoogstwaarschijnlijk is het acuut begeven van de linkermotor de oorzaak van deze ramp. Zeg maar: een motorinfarct. “Het vliegtuig kreeg een ruk naar links, ging vervolgens links over de kop en stortte het bos in, tegen een boom aan”, aldus Jerrel van Embrigs, hoofd van het reddingsteam Hi-Jet en niet de eerste de beste. En dit zet tot ernstig nadenken. Er is natuurlijk wel een grens bij het inzetten van verouderde toestellen. Vergelijk het maar met een oude man die denkt nog steeds onbekommerd zijn libido volop te kunnen laten steigeren: grote kans dat-ie in één keer levenloos neerklapt op de venusheuvel.

Wat ook de uitkomst van het officieel onderzoek zal zijn, voor mij staat al één ding vast: de onderliggende oorzaak is gebrek aan bundeling en samenwerking in ons kleine Suriname. Zoals op vele terreinen. Zelfs ziekenhuizen willen niet bundelen als het gaat om ambulancediensten. Iedereen wil zijn eigen koninkrijkje runnen, maar het financiële rendement voor onderhoud en behoud ontbreekt. Binnen de kortste keer rammelen de doorgaans ‘gedoneerde’ ambulances aan alle kanten.

Vice-president Sardjoe zei dat het kordaat optreden van bewoners van Benzdorp – die het gecrashte toestel door middel van een graafmachine blusten met zand – aantoont dat Surinamers “eensgezind kunnen optreden”. Helaas meestal om letterlijk de put te dempen als de kalveren zijn verdronken. Ik roep Sardjoe dan ook op ‘eensgezindheid’ niet alleen met de politieke mond te belijden maar ook daadwerkelijk hierin het voortouw te nemen. Suriname: als je over je grootste verdriet heen bent, begin geen oeverloze discussie over airstrips die al dan niet langer, breder of verhard moeten. Maar steek je energie in: ‘hóe zijn we samen sterk, hóe kunnen we kunnen de koppen bij elkaar steken om samen te investeren in beter materiaal voor elkaar, zowél voor door de lucht als over land en water’.

De overheid, de SLM en particuliere vliegmaatschappijen doen er verstandig aan te komen tot een gezamenlijke vervangingsfonds, waardoor je sneller komt tot het revitaliseren van je respectieve vloot. Het hoeft allemaal niet spiksplinternieuw maar prehistorische toestellen kunnen daadwerkelijk tot het verleden gaan behoren. Daarom zou ik zeggen – met alle piëteit naar slachtoffers en nabestaanden: Surinaamse regering, bespaar ons de zoveelste ‘nationale dag van rouw’ of het zoveelste monument. Investeer in krachtenbundeling. Moet makkelijk kunnen als zeventiende rijkste land ter wereld qua grondstoffen. Dat is trouwens ook mede de reden waarom het spitsuur is op bepaalde airstrips. Let this be your wake up-call!

Deze column is een publicatie van Waterkant.Net









Google