dinsdag 29 januari 2008

Grote Surinamer



Rudy Polanen,
vaarwel en so long!


Niets vermoedend belde ik collega Anita Plowell van Faya FM dinsdagmorgen op met de vraag of zij een geschikt onderwerp voor mij had. Waarop ze me met het nieuws om de oren sloeg dat dominee Rudy Polanen de avond eerder was overleden. Als een soort nadreun gooide ze erachteraan: “64 jaar.” Op dat moment wist ik nog niet hoe, maar dat ik stil moest staan bij een Grote Surinamer, stond voor mij wel vast.

In de afgelopen ruim tien jaren zijn in Suriname aardig wat ‘Grote Zonen’ heengegaan. Dit begrip werd naar mijn smaak te pas en te onpas gebruikt. Daarbij vroeg ik me toch wel in gemoede af: “Een land met zoveel Grote Zonen en dan zo’n sociaal-economische puinhoop als nalatenschap.” Bovendien is – voor mij althans – een eigenschap van een Grote Zoon dat die onbaatzuchtig en zo geruisloos mogelijk te werk gaat in het belang van anderen en daarbij zichzelf zoveel mogelijk wegcijfert. Nou hieraan aan voldeed menig Grote Zoon niet die ons reeds heeft verlaten.
Polanen ging als predikant alles behalve ‘geruisloos’ te werk. Maar hij gebruikte niet gemakzuchtig politieke podia. Maar sleet aardig wat schoenzolen voor zijn talloze bezoeken bij huwelijken, geboorten, begrafenissen, jubilea en speciale dagen van gewone mensen. Daarmee bracht hij de kerk bij hen thuis. En dat maakt hem een Grote Surinamer. Deze titel doet veel meer eer aan het onverzettelijke werk van ‘bruggenbouwer’ Polanen. Vele Grote Zonen hebben zich verrijkt ten koste van kleinere zusters en broeders. Polanen gaf alleen maar, vooral veel hoop, troost en geloof. Geestelijke rijkdommen die niet in materie uit te drukken zijn.

Polanen zal ik vooral herinneren als een allemansvriend die geen enkele huiskamer of feestzaaltje te min vond om hoogstpersoonlijk langs te komen. Als kind al vond ik het zo bijzonder dat een predikant tussen ons in dat piepkleine huiskamertje zat om een persoonlijk getinte zegening uit te brengen. Hierdoor was ik jaren in de ‘waan’ dat mijn moeder tot zijn beste vrienden en intimi behoorde. En waarschijnlijk met mij velen. Polanen had het er maar druk mee. Wat moet hij hebben gepast en gemeten om iedereen toch van dienst te zijn en dan hebben we het alleen maar over die huisbezoekjes.
Ik herinner me ook de altijd krappe, overvolle Emanuelkerk in de Amsterdamse Kerkstraat. “Dankzij dominee Polanen hebben we allemaal gespaard voor een grotere kerk”, vertelde mijn moeder door de telefoon vanuit Paramaribo over de koop en verbouwing van de imposante Koningskerk in Watergraafsmeer, toen ik haar belde vanwege het overlijden van Polanen. “Hij kon je altijd zo goed begrijpen en troostrijk toespreken”, typeerde ze hem.

Ik was Polanen al meer dan tien jaar niet meer tegen het lijf gelopen – ik was sowieso al niet zo’n kerkganger meer. En dan zie ik de man op 5 augustus vorig jaar weer voor het eerst. Hij leidde de dankdienst van mijn 80 jaar geworden dierbare Tante Friede. O, die kent hij dus ook al dacht ik verrast. Hij kwam binnenstappen alsof hij bij haar dagelijks over de vloer kwam. Ook Polanen was op 5 augustus jarig. Polanen stond graag in het middelpunt door anderen in het middelpunt te stellen. Eigenlijk een fêterende showman in hart en nieren.

De laatste keer dat ik hem zag optreden was tijdens 26ste herdenking van de Decembermoorden op 8 december jl. in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam.
Het eindelijk aanvangen het Decemberproces typeerde Polanen heel pakkend als: “De afgebroken droom doordromen.” Dat was ook de kop van het verslag dat ik erover schreef voor Obsession Magazine. “Herinneren als middel tegen herhaling”, zei Polanen. Dus tegen herhaling van onrecht en mensenrechtenschendingen. Dat vond ik zo waarachtig dat het artikel afsloot met: ‘Het lijkt mij dan ook passend af te sluiten met een droom van Polanen: “Ik hoop dat deze dag [dus 8 december] voor iedereen die van Suriname houdt, de dag van rouw en bezinning blijft”.’

Ik heb even zitten dubben of ‘droom van’ niet te hoogdravend was. Wellicht was ‘wens van Polanen’ gepaster. Ik kon niet vermoeden dat nog geen anderhalve maand later mijn uiteindelijke woordkeus nu al zo’n diepe dimensie zou krijgen met zijn plotselinge dood. Net zo min dat ook hij het niet kon vermoeden toen hij nadrukkelijk had verkondigd in de Koningskerk: ‘Mijn laatste kerstdienst in Nederland’ en: ‘Mijn laatste oudjaarsmis in Nederland’. Polanen stond op het punt te gaan pensioneren in zijn geliefde, warme Suriname. In Groningen Saramacca om precies te zijn, om te genieten van zijn oude dag samen met zijn vrouw Jetty. Maar God heeft anders beslist. Rudy Polanen, Grote Surinamer, geniet van je welverdiende rust die voor ons allen – maar vooral voor jou en je dierbaarsten – veel te vroeg is gekomen. Vaarwel en so long!

Lees ook: 'Inspirerend afscheid van Rudy Polanen'

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 26 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 20 januari 2008

Holle taal

waterkant.net
Verveeld Leger


Minister Ivan Fernald van Defensie van Suriname wil niets weten van samenwerking in de maritieme zone met buurland Guyana. En Geert Wilders wil dat de regering actie onderneemt tegen de website Marokko.nl wegens beledigen van gesneuvelde Nederlandse militairen in Uruzgan. Twee interessante gevallen van holle taal die ik beknopt wil bespreken.

Te beginnen met twee kleine staatjes in Latijns-Amerika vol bodemrijkdommen met de één minder dan een miljoen inwoners en de ander minder dan een half miljoen, waarvan 80 procent onder de armoedegrens leeft. Desondanks willen ze niet de krachten bundelen op basis van dom, eng nationalisme. En beide met een zichzelf verrijkende politieke elite. Ik kan er alleen maar diep van zuchten.
“Guyana moet eerst uit het Tigrigebied!” stelt Fernald. Ik zou zeggen: als Tigri van jou is; óf post je militairen erin óf sleep Guyana voor een internationaal tribunaal. Zoals Guyana heeft gedaan met ons bij het Zeetribunaal. Het heeft weliswaar zeven jaren geduurd, maar die zijn al voorbij en er is klaarheid: ook al is het eindoordeel je niet welgevallig. Hoelang is Tigri nu ‘bezet’? Maar doe in elk geval iets, waardoor je volk meegaat in de welvaart der volkeren!

Beredenerend vanaf de onafhankelijkheid in 1975 heeft het Surinaamse leger pak hem beet enkele honderden ‘tegenstanders’ uitgeschakeld. Wat voor tegenstanders? Inderdaad: eigen mensen, van wie tientallen ongewapende burgers waaronder vrouwen en kinderen. Datzelfde leger jeremieert voortdurend over meer geld en ongemaktoeslagen. Maar toen de Belastingdienst het wilde inzetten om geld te gaan innen bij illegale Braziliaanse goudzoekers die ons maagdelijk binnenland gangrapen… Nou mensen – ik was daar: het leek wel een stel klagende keukenmeiden. Te veel ontberingen. Een leger dat zich verveeld zal zich vroeg of laat (weer) keren tegen de eigen mensen. Mijn devies is dan ook: schaf het af of zet het zinvol in. Maar genoeg hierover.

Geert Wilders. Hoor ik het goed: een podium van vrije-meningsuiting – dus Marokko.nl – willen muilkorven in een democratie? Natuurlijk, toen ik las van die twee jonge gesneuvelde militairen in Uruzgan, ging het ook mij aan het hart. Je hebt altijd van die hufters die zoiets aangrijpen om vredesmissiesoldaten uit te maken voor moordenaars en verkrachters. Er is diepe leed en je trapt nabestaanden nog eens lekker hard na in hun harten. Gewoon onmenselijk, ongevoelig, barbaars. Maar als een ‘allochtoon’ al dan niet negatief in het nieuws komt, nou Wilders dan moet je maar eens de reacties van die autochtone Telegraaf-lezers gaan lezen. Zelfs als over iets onbeduidend als voetbal gaat – met name over Seedorf. Wel, raciale beledigingen tot op bot naar complete groepen.

Moeten we daarom de Telegraaf laten muilkorven– wat overigens niet de eerste keer zou zijn? De enige krant die met Nazi-Duitsland heulde is na een verschijningsverbod Neerlands grootste podium van vrijheid van meningsuiting. Wees gewaarschuwd ‘allochtoon’: als je je al niet welkom voelt en je hebt lage weerstand, don’t go and look! Maar ja, ook de lezers van Waterkant kunnen bij tijd en wijle er wat van.
Elk voordeel heb zijn nadeel. Internet waarbij iedereen zonder screening vooraf zijn ei kwijt kan; een democratischer podium van vrije-meningsuiting is niet denkbaar. Nadeel: je kan anoniem alle vieze vuiligheid erop spuien. Ook al meen je niet alles, feit is: het blijft je innerlijke vuiligheid.

Over beledigingen gesproken. Dat gedoe met het Antilliaans bestuur. “Grotendeels een corrupte boevenbende”, volgens PVV’er Brinkman. Waarschijnlijk zal objectief onderzoek hem niet eens ongelijk geven. Net zoals VVD’er Weisglas ooit over Suriname beweerde: “Een roversnest.” Na ruim tien jaar Suriname moet ik hem – laat ik het zo zeggen – geen ongelijk geven. Maar we hebben niet alleen de taal van Nederlanders geërfd maar ook het lokale economisch systeem. Toen heette het netjes: wingewest. Uiteraard is dat geen vrijbrief voor de huidige wantoestanden.
Maar sinds wanneer – beste heren Wilders en Brinkman – is diplomatieke taal gespierde taal? Bonk maar even op de deur van je buurman en zeg: hé hufter, ken je die vuilniszakken niet op je eigen grafzerk pleuren?’ Ik denk niet dat je buurman zegt: “Eh, maar natuurlijk zeer weledelverstrengelde heer Brinkman, komt u binnen en laten we het even bij een kopje thee bespreken. Maar let wel: maximá…al één koekje hoor!”

Maar je weet natuurlijk nooit hoe een koe een haas vangt. Dat de PVV een partij van koeien is, is wel zo duidelijk. Maar die hazen laten zich niet als een haas vangen of verjagen. Zelfs Beatrix niet. Dit was het weer, lieve dierenvrienden. En nu maar knus naar jullie warme nestjes. Slaap lekker!

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 18 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

Lees ook: 'Van Middelkoop hekelt spierballentaal'

maandag 14 januari 2008

Estafettedroom

Tom Scheck

Go Obama go!


O wat ben ik beretrots op die Barack Obama. Niet zozeer omdat hij zwart is maar omdat hij zo’n ongelooflijk geloof in zichzelf heeft. Als het om wedijver gaat tussen zwart en wit of wat ook voor die twee kampen staat, dan ben ik niet op voorshands voor het zwarte kamp. Zo ben ik geen fan van Brazilië als die tegen Oranje speelt. Wel ben ik altijd voor wat zogenaamd doorgaat voor de ‘underdog’. Dat spreekt trouwens velen tot de verbeelding. In dit geval is het natuurlijk wel een succesverhaal als een zwarte presidentskandidaat – gezien de recente Amerikaanse geschiedenis van rassenscheiding – zijn blanke opponenten achter zich laat of behoorlijk het vuur na aan de schenen legt. Het is nog maar pas 45 jaar geleden dat Martin Luther King werd geëlimineerd omdat hij als zwarte Amerikaan hardop een droom erop na durfde te houden: ‘I have a dream!’

Obama is niet zozeer het symbool voor de emancipatie van de zwarte Amerikaanse bevolking als wel van de wereldbevolking in het algemeen. If he can make, we all can. Ik ben vooral bewonderaar van Obama omdat hij een bruggenbouwer is tussen etnische groepen, maatschappelijke klassen en lagen en seksen. Om diezelfde reden ben ik al heel lang trots op Oprah Winfrey. Als zwarte vrouw – how more underdog can you be? – de meest invloedrijke mediapersoonlijkheid zijn in het invloedrijkste land ter wereld. Het is toch onvoorstelbaar hoe blank Amerika openhartig en zelfs tot tenenkrommend toe zijn of haar ziel blootlegt tegenover een zwarte vrouw ten overstane van een miljoenen publiek wereldwijd.

Natuurlijk is de weg gebaand door illustere voorgangers als Gandhi, Kennedy, Mandela, Moeder Theresa én niet te vergeten Malcolm X en Jesse Jackson. En natuurlijk heeft een ieder zijn tijd mee of tegen en elke tijd zijn geëigende middelen. Maar de boodschap blijft hetzelfde: wereldvrede, naastenliefde én wederzijds begrip. Met Obama is de droom van Martin Luther King weer een flink stuk verwerkelijkt. “Er is géén wit Amerika, er is géén zwart Amerika, er is géén Latino Amerika. Ik ken een Verenigd Amerika”, sprak Obama weliswaar iets gelikter maar beslist niet minder baanbrekend. Wie stelt dat hij daarmee de hardnekkige Amerikaanse rassendiscriminatie ontkent, heeft het écht niet begrepen.

Het is allemaal prachtig de euforie over Obama’s zwart-zijn. Maar hij staat er natuurlijk wel vanwege zijn kwaliteit, kundigheid, charisma en uitstraling van nieuw leiderschap, nieuw elan en nieuwe hoop. En dat hij ‘zwart’ is, is mooi meegenomen voor de self-esteem van zwarten en andere zogenaamde ‘minder kansrijken’ wereldwijd. Want laten we wel wezen; menig cynicus zal uiteraard zeggen als hij het niet haalt: ‘Zie je wel, Amerika is niet klaar voor een zwarte president.’ Daarom vind ik Obama’s antwoord hierop ook zo prachtig. Hij zegt: “Als ik niet haal dan heb het Amerikaans publiek niet voldoende kunnen overtuigen met mijn argumenten.”

Wauw, Obama’s visie reikt veel verder dan het ééndimensionale Amerikaanse presidentsschap! Zijn boodschap is: niet omdat je zwart bent, dan wel vrouw, dan wel moslim of wat dan ook, red je het niet. Maar omdat je anderen niet met argumenten hebt kunnen overtuigen. Dus overstijg jezelf, je beperkingen en daarmee de rest van wereld. Eigenlijk zegt hij ook: als mijn wedloop niet de laatste fase van de estafettedroom van Martin Luther King blijkt te zijn, dan is het aan de volgende de stok over te nemen. Laten we eerlijk zijn: de winst is sowieso dat vanaf nu een zwarte Amerikaanse presidentskandidaat of een Latino de doodgewoonste zaak van de wereld is.

Onder de Surinaamse gemeenschap hebben lezers zich gestoord over een zinsnede in Nederlandse landelijk gratis dagblad. Dat zou hebben geschreven dat Obama één probleem heeft bij zijn succesrace: ‘hij is een neger’. Deze krant heeft vooral willen beweren dat wit-Amerika nog niet klaar is voor zwart leiderschap. Wel, Amerika is inderdaad het land van de rednecks, maar ook van zwarte senatoren, zwarte burgemeesters, zwarte gouverneurs en zwarte generaals. En als je bedenkt dat we kortgeleden moesten vernemen dat van de Nederlandse rijkstopambtenaren slechts vier van allochtone afkomst zijn, dan zou ik stellen dat acceptatie van zwart leiderschap in Nederland nog altijd een kwestie is van: keep on dreaming baby! Dus ik ben niet alleen trots op Obama maar ook op de Verenigde Staten. Zo trots, dat het zelfs in stoutste dromen van Rita Verdonk niet voorkomt. Obama is voor mij al de grote winnaar. En echt niet alleen maar moreel.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 5 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 6 januari 2008

Ongevraagd Vuurwerk

ap
Zwarte
onderdrukking

Hopelijk bent u het nieuwe jaar voorspoedig begonnen en was vuurwerk geen voortijdige spelbreker. Eigenlijk zijn wij mensen gek om ons op de allerlaatste dag van het jaar bloot te stellen aan verhoogd risico: vuurwerk afsteken. Het is ook geheel in strijd met het Surinaamse principe van mofo yari – jaarseinde – dat je geen onnodige risico’s meer neemt maar juist extra behoedzaam bent. Immers, er zullen zeker nog een aantal slachtoffers vallen; zaak is dat je zorgt dat je niet erbij hoort.

Maar ja, dat is allemaal vrijwillig vuurwerk. Dat kan je niet zeggen van de aanhoudende oorlogshaarden en onlusten in de wereld. Op 1 januari, nieuwjaarsdag, keek ik naar BBC- World News. De balans: tientallen doden bij onlusten in Pakistan; 200 doden - inmiddels meer dan 1.000 - bij verkiezingsrellen in Kenia; doden bij botsingen in de Gazastrook, ga zo maar door. Ik word er niet extra somberder van maar ik sta mijzelf niet toe er ongevoelig voor te worden, omdat het zogenaamd “dagelijkse kost” is. Elke keer – al is het maar voor een seconde – laat ik het tot me doordringen dat het om gewone mensen gaat, zoals en u ik, die hun familie dierbaar vinden.
Een zelfmoordaanslag bij een begrafenis in Irak. Boem: in één keer meer dan 30 doden. En dat bijna dagelijks. Ik kan me er werkelijk niets bij voorstellen. Stel je voor: je doet boodschappen in de Amsterdamse Poort en elk moment kan de hel uitbreken en vliegen de ledematen je om de oren; als je het al overleeft.

Als je bijvoorbeeld goed kijkt naar de beelden uit Pakistan of Kenia dan zie je dat het allemaal gaat om armoede, corruptie en onderdrukking; hoe zwarte mensen zwarte mensen bloedig onder de duim houden. En Aziatische mensen Aziatische mensen.
Als ik de beelden zie dan denk ik aan míjn mensen in Suriname. Begrijp me goed: Suriname is vrede in het paradijs in vergelijking met bepaalde landen in Afrika of Azië. Ik heb ik het dan over de armoedige infrastructuur van zandwegen en kapot asfalt, hoog wiet en vervallen gebouwen. En laat ons niets wijs maken: 80 procent van onze mensen in Suriname leeft onder de armoedegrens. Niet voor niets zijn de pakkettendiensten nog altijd lucratief.

Als het in Groot-Paramaribo regent dan moeten waardige, werkende vrouwen en mannen tot in hun knieën waden door het modderige water. En in de krottenwijken liggen door de verstopte rioleringen allerlei infectieziekten – zoals die van Weil, diarree en dingue – op de loer. En in de droge tijd stinkt het er van stilstaand water. En laat u niks wijs maken door opvattingen zoals: ‘westerse onderdrukking’, ‘koloniale erfenis van verdeel en heers’ of ‘neokolonialisme’. Natuurlijk kan het allemaal veel beter de economische verdeling in de wereld, maar het kernprobleem is de corrupte politieke elite van die eeuwige-ontwikkelingslanden.
Kom zeg; wat heeft de ernstige woningnood, verouderd schoolmateriaal en het schrijnend te kort aan medische zorg te maken met neokolonialisme, terwijl je het 17e rijkste land bent ter wereld qua natuurlijke hulpbronnen en je leeft maar met amper een half miljoen zielen op een vruchtbaar oppervlak dat vier maal groter is dan Nederland? Ja, ik heb het over óns Suriname.

In Nigeria vonden op Eerste Kerstdag in één klap zo maar 35 mensen de dood omdat ze illegaal – lees: uit bittere armoede – olie wilden tappen uit een pijplijn. Exact een jaar daarvoor – dus ook op Kerst – ging het om maar liefst 270 doden in de miljoenenstad Laos. Nigeria is het achtste olieproducerende land ter wereld en maar liefst 40 procent is bestemd voor de Amerikaanse markt. Maar het land zelf kampt geregeld met ernstige tekorten aan brandstoffen zoals diesel en benzine, die nota bene ingevoerd moeten worden! Natuurlijk gaat de grootste hap van de exportopbrengsten naar westerse multinationals – zoals onze Koninklijke Shell – dat is die oneerlijke wereldverdeling – maar nogmaals: laat u niets wijsmaken. Met het onevenredig kleine deel dat overblijft kan je echt wel je lokale mensen een minimaal menswaardig bestaan garanderen. De kleine politieke elite echter stopt die miljarden grotendeels in eigen zakken.

Ik ga u eerlijk zeggen: zeker na tien jaar Suriname geef ik voorlopig geen enkele rooie cent meer aan Afrika en andere zogenoemde arme continenten, omdat ik weet dat het geen enkele sier helpt; en ook niet een beetje! Ik wens niet bij te dragen aan een dergelijke symptoombestrijding. Ik ben niet helemaal ongevoelig geworden; regelmatig doneer ik kleine bedragen aan Amnesty International, het Rode Kruis en Greenpeace; onmisbare klokkenluiders als het gaat om behoud van mens en milieu.

Op kerstavond verloor een Chinees echtpaar in Arnemuiden, hier in Nederland, alle zijn vier kinderen; de meisjes waren tussen de één en acht jaar oud. Dat terwijl het restaurant beneden bomvol zat met gasten die het Lichtfeest der Lichtfeesten vierden. Over mofo yari gesproken. De Stichting Landelijke Federatie van Chinese Organisaties heeft een bankrekening geopend ten name van ‘Brand in Arnemuiden’ voor de wederopbouw van deze onfortuinlijke Chinese ouders. Ik heb vijf euro gestort. Ik weet het: geen enkel bedrag kan je dierbare kinderen vervangen. Maar bijdragen aan de wereldvrede begint met je buren. Dat is mijn nieuwjaarsboodschap. Een voorspoedig 2008 en koester uw dierbaren; want ze behouden, is gezien de headlines beslist geen vanzelfsprekendheid!

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 5 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)










Google