zondag 20 april 2008

Lopend vuurtje


Smaakvolle
Chinese worst


Ik verwelkom China graag als nieuwe hoofdrolspeler op het wereldpodium van open economieën. Wat dat betreft is het goed dat de westerse dominantie enigszins wordt ingedamd. In 2005 was ik voor de Ware Tijd tien dagen op kennismakingbezoek in China. Weliswaar aan de hand van een strak overheidsprogramma. Maar toch: als je het vergelijkt met een maaltijd dan heb ik er toch nog redelijk aan kunnen proeven. Er ging een verassend moderne wereld voor mij open. En geloof het of niet: die Chinezen in China zijn warm en gastvrij. En helemaal niet zo gesloten.

Ik geloof in de integere hervormingen van China. En ik ben van mening dat China naar eigen tempo en inzicht de sociaal-economische teugels mag laten vieren. Immers, het ineens openzwaaien van het communistische IJzeren Gordijn heeft bewezen dat vanwege heel wat oud etnisch zeer acuut overal de pleuris kan uitbreken. We zeggen wel makkelijk dat er ‘één miljard Chinezen’ zijn. Maar zij zijn ook maar een van de vele etnische groepen die onder die noemer vallen. Een Tibetaan is beslist geen Mongool. Beijing pakt het wat dat betreft verstandig aan. Maar ook de Chinese leiders weten dat anders op een dag sowieso de puist openbarst.

Hoewel het nog volstrekt onduidelijk is hoe het er is gesteld met de mensenrechtensituatie, wordt China door de kapitalistische wereld met open armen ontvangen. Een gigantische afzetmarkt. Ja, dan wil je wel een executie of duizend door de vingers zien. Of braaf zeggen dat je de ‘One-China-policy’ onderschrijft. Met andere woorden: we erkennen geen zelfstandig Taiwan, laatstaan een vrij Tibet. Officieel gaat het jaarlijks om zo’n 470 doodvonnissen, maar Amnesty International houdt de darknumbers op 8.000. Van de week kreeg China heel ludiek een ‘gouden medaille voor executies’ uitgereikt. Terwijl de Spelen nog moeten beginnen.

De Chinezen hadden gedacht om de wereld te verblinden met blinkende Olympische Spelen. Ook ik was eigenlijk door enthousiasme helemaal niet zo kritisch meer ten aan zien van het mensenrechtenvraagstuk. Maar de Tibetanen hebben de wereld weer even wakker geschud. Nu ineens realiseer ik me hoe zij innerlijk hebben staan juichen toen in 2001 de Spelen in Londen aan China werden toegewezen. “Hun strijd tegen de bezetter had nog nooit zo’n groot podium”, schreef De Pers op pakkende wijze over de recente bloedige onlusten. Ook ik ben voorstander van sport en politiek van elkaar te scheiden. Maar dit spreekt toch wel tot de verbeelding. Meeslepend hoe het Tibetaanse protest als een lopend vuurtje door de wereld gaat. Hoewel niet anti-China, vind ik dat als je wil meedoen met de open wereld, je dan ook de overeenkomstige normen en waarden moet respecteren en intern toepassen. Zoals het recht op vrije-meningsuiting en zelfbeschikking.

Daarom vind ik het een gemiste kans dat ook ons Suriname als ex-kolonie papegaait: “We recognize the One-China-policy.” Uiteraard gokt ook Suriname op de gunst van China als economische veelvraat. Maar voor een land zo rijk aan bodemschatten, mag Suriname best wel een betere pokerface opzetten en expliciet haar bezorgdheid uitspreken over Tibet en het belang van zelfbeschikking voor alle volkeren onderstrepen bij officiële (staats)bezoeken. En als China boos wordt, laat China boos worden. Want uiteindelijk is het China die een enorme grondstoffenhonger heeft. Zie daar een volwaardige wederzijdse afhankelijkheid. Ofwel ‘reciprociteit’. Op het moment is Suriname vooralsnog dumpmarkt van inferieure Chinese producten, een beloofd land voor (illegale) Chinese migranten én ‘springplank’ naar andere landen in de regio, inclusief de VS. En waar Chinese nieuwkomers op Zanderij warm worden onthaald met een compleet welkomstpakketje met Surinaams rijbewijs en verblijfsvergunning (soms paspoort!), moeten ‘euro-Surinamers’ als gewone ‘vreemdelingen’ in de rij gaan staan.

Maar ja, Suriname is door voormalig kolonisator en winwestgewinner Nederland worstverslaafd gemaakt. Daarom is het zo makkelijk voor China ons allerlei worsten voor te houden zoals asfalteringsprojecten, een ministerietje renoveren en een hoogspanningslijn aanleggen. Allemaal restantmateriaal voor gigaproducent China. Ondertussen is investeringsmaatschappij en staatsarm China Zhong Heng Tai hapklaar in stelling gebracht voor grootschalige houtkap (52.500 hectare) in het zogenoemde ‘Patamacca Oliepalmproject’. Ik zeg het je: ons Suriname kan er zoveel meer munt uit slaan. Wanneer gaan die kleindenkers aan de Palmentuin nou eens verder kijken dan hun eigen partijkas, zakken of horizon. Ik vrees totdat grotendeels al ons hout, goud en bauxiet is weggesnackt. En dat in ruil voor een handvol worsten. Maar gelukkig zit er meer smaak in Chinese worst dan in boerenmetworst.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 19 april 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 13 april 2008

Grootste klaagmuren


links of
rechts afslaan


Surinamers voelen zich achtergesteld ten opzichte van andere allochtonen, weerklonk het luid gejammer afgelopen week in Amsterdam-Zuidoost. Ik wist niet wat ik hoorde. Is er dan zoiets als een ‘allochtonenpotje’ en dat, bijvoorbeeld, Marokkanen er meer uit krijgen dan wij Surinamers? Als ik in het algemeen kijk hoe etnische minderheidsgroepen meeprofiteren van de economische koek in Nederland – uitgedrukt in werkgelegenheid – dan komen ze allemaal er zeer bekaaid van af.

Ik ben me een hoedje geschrokken na een decennium afwezigheid. Discriminatie – om maar het woord racisme te mijden – tiert nog steeds welig op de Nederlandse arbeidsmarkt. En tegenwoordig onverbloemd gestoken in allerlei fancy uniformen. Wat ooit begon met stadswachten is uitgemond in een wildgroei aan parkeerwachters, verkeersregelaars, securities, tramconducteurs en kaartcontroleurs. Niet dat ik neerkijk op deze mensen of beroepen. Integendeel. Bovendien is er niets mis mee als iemand, na een lange periode van een uitkering of arbeidsuitsluiting, de maatschappelijke draad weer oppakt als tramconducteur. Niets is waardiger dan op te staan en te zweten voor je eigen geld.

Maar toch. Duidelijk is dat de Nederlandse overheid geen raad weet met het onevenredig en schrikbarend groot aantal werkloze allochtonen, en ze dan maar in een uniformpje steekt en in groepjes loslaat op werk-in-uitvoering-kruispunten, in kille metrostations of als dolende parkeerwachters. Ik noem het geüniformeerde werkloosheid en word er niet echt vrolijk van. En velen van die geüniformeerden evenmin, als je het mij vraagt. Zo beteuterd, bijna beschaamd lopen sommigen erbij, want ze worden door vooral autochtone burgers afgebekt en als hinderlijk en overbodig bejegend. De Nederlandse overheid durft als zachte heelmeester niet met echte harde maatregelen te komen tegen het bedrijfsleven. Zoals het niet vergunnen van overheidsopdrachten aan grote bedrijven die qua personeel niet voor eenderde uit allochtonen bestaat.

Tegen deze achtergrond vind ik het maar beschamend dat Surinamers onder aanvoering van de lokale PvdA-politica Peggy Burke steen en been klagen over subsidie van Turkse of Marokkaanse “flut projecten”, terwijl wij zogenaamd ‘niets’ krijgen. Burke moet de barricaden opgaan en banen eisen en recht op volwaardige maatschappelijke deelneming! In plaats van klagen dat de andere allochtone groep meer kruimels onder de tafel toegeworpen krijgt. Bovendien getuigt dit van een handje-ophouden-mentaliteit. Burke doet er beter aan haar achterban aan te voeren weerbaar te zijn, en dat ze zich door niets en niemand moet laten afremmen. Onverzettelijkheid; dat is wat we onze jongeren moeten doorgeven en geen slachtoffermentaliteit. Hoe weerbarstig de realiteit ook is.

En de meeste klagende Surinamers zijn volgens mij ook geen personen die de afgelopen tien tot vijftien jaar ‘switi Sranan’ hebben verlaten. Want die weten hoe het daadwerkelijks is om in een samenleving te zijn zonder perspectieven en met een overheid die maar ook niets doet ter verbetering van het ontplooiingsklimaat. Zij weten hoe het is om echt hard te werken en toch niet vooruit te komen. Zo hard als velen in Suriname werken, komt in mijn ergste nachtmerries niet voor. Daarom zou ik tegen tegen die klagende Surinaamse ‘allochtonen’ in Zuidoost en elders willen zeggen: ga weer eens een tijdje in Suriname wonen en werken en proef wat het is om daadwerkelijk achtergesteld te worden. Zo niet: maak dan volop gebruik van de Nederlandse middelen om verder te komen. Er zijn hier zoveel algemene potjes waarop iedereen aanspraak kan maken. Je kan een studie volgen, je laten bijscholen, een vak leren, een leer-werktraject volgen. Profiteer ervan!

Maak van die haast ondoordringbare, witte muur van uitsluiting geen klaagmuur. Zo ga je hem echt niet omver krijgen. Je kan altijd nog links of rechts afslaan. Tuurlijk; het is een omweg, maar zelfredzaamheid is nog altijd een beter voorbeeld voor onze jongeren dan onophoudelijk gejammer. Tot sluit, beste Srananmans: buit alle culturele en taalkundige voordelen uit die je hebt ten opzichte van die andere allochtonen. Wat dat betreft zijn Surinamers en Nederlanders elkanders pappenheimers. Met name moslims van Arabische origine worden door de bank genomen met de nek aangekeken. Hun aanwezigheid wordt dagelijks betwist in de media en politiek. Velen van hun sollicitaties worden al op basis van hun naam terzijde gelegd, hoe interessant hun cv ook is. En dan klagen wij Surinamers dat wij ‘achtergesteld’ worden. Shame on us! Het moge duidelijk zijn: de grootste klaagmuren ter wereld vind je in Amsterdam-Zuidoost; paar honderd meter lang en wel tien verdiepingen hoog. Wat mij betreft mogen er meer tegen de vlakte. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 12 april 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 6 april 2008

Motorinfarct


Torenhoge
boomtoppen


Een ronduit deprimerende start van de dag was het om het follow up-nieuws te vernemen over het vliegtuigongeval in Oost-Suriname. Wat een rampzalige impact als in ons kleine Suriname in één klap twintig mensen om het leven komen. En hoezeer moet het voor Telesur – als Surinaams bedrijf – een gitzwarte dag zijn als je een werknemer en maar liefst acht contractors verliest! Expertise die nota bena hard nodig is in een door ‘braindrain’ geteisterd land.

Er wordt nu vooral gespeculeerd over de veiligheid van de airstrips in het binnenland en tussendoor gezegd dat die ‘slechts een grasbaan’ zijn. Maar daar is op zich niets mis mee. Belangrijk is dat die baan afdoende is om te landen en op te stijgen. Tuurlijk: je zit midden in het Amazonewoud en op een gegeven moment resten alleen nog maar torenhoge boomtoppen. Maar in ontwikkelde Westerse en Aziatische landen vliegen we toch ook tussen wolkenkrabbers door en scheren we over snelwegen. Tja, en als het misgaat dan is het – zoals de vader van de omgekomen Surinaamse pilote manmoedig zei: “It’s all in the game.”

We moeten ook niet bij elke catastrofe direct Surinaamse expertise in een verkeerd daglicht stellen. In de ruim tien jaar, tot 2006, heb ik mij altijd veilig gevoeld in handen van Surinaamse piloten. Buitengewoon knap hoe zij, duikend als een valk, de landing inzetten op die afgemeten en uitgeschoren biljartstrook tussen de bomen. Daarna komt afremmen met motorkracht op juiste timing neer. Letterlijk adembenemend. En een ingezette take-off afbreken, is abortus mortis pluriformis. Je kan alleen maar ontzag hebben voor Surinaamse piloten. Op en top vakmensen!

Wel is het zo dat de mate van onderhoud of vervanging van de vliegtuigjes valt en staat met de inkomsten. Daarom blijft het in het koopkrachtarme Suriname een marginale en hachelijke onderneming, en worden toestellen ingezet van wel meer dan twintig jaar oud. Maar zonder deze lokale maatschappijtjes zou het Surinaamse binnenland sociaal-economisch vrijwel afgesloten zijn van de buitenwereld. En je kan moeilijk verwachten dat contractors van bedrijven twee halve etmalen onderweg zijn door de jungle: time is money! Het blijft een dilemma.

Maar als gewoon reiziger of vakantieganger is het raadzaam de jungletrip voor lief te nemen, want de vloot van Surinaamse vliegtuigjes laat eenmaal nogal te wensen over. Zoals rompplaten die bij het opstijgen loslaten. En hoogstwaarschijnlijk is het acuut begeven van de linkermotor de oorzaak van deze ramp. Zeg maar: een motorinfarct. “Het vliegtuig kreeg een ruk naar links, ging vervolgens links over de kop en stortte het bos in, tegen een boom aan”, aldus Jerrel van Embrigs, hoofd van het reddingsteam Hi-Jet en niet de eerste de beste. En dit zet tot ernstig nadenken. Er is natuurlijk wel een grens bij het inzetten van verouderde toestellen. Vergelijk het maar met een oude man die denkt nog steeds onbekommerd zijn libido volop te kunnen laten steigeren: grote kans dat-ie in één keer levenloos neerklapt op de venusheuvel.

Wat ook de uitkomst van het officieel onderzoek zal zijn, voor mij staat al één ding vast: de onderliggende oorzaak is gebrek aan bundeling en samenwerking in ons kleine Suriname. Zoals op vele terreinen. Zelfs ziekenhuizen willen niet bundelen als het gaat om ambulancediensten. Iedereen wil zijn eigen koninkrijkje runnen, maar het financiële rendement voor onderhoud en behoud ontbreekt. Binnen de kortste keer rammelen de doorgaans ‘gedoneerde’ ambulances aan alle kanten.

Vice-president Sardjoe zei dat het kordaat optreden van bewoners van Benzdorp – die het gecrashte toestel door middel van een graafmachine blusten met zand – aantoont dat Surinamers “eensgezind kunnen optreden”. Helaas meestal om letterlijk de put te dempen als de kalveren zijn verdronken. Ik roep Sardjoe dan ook op ‘eensgezindheid’ niet alleen met de politieke mond te belijden maar ook daadwerkelijk hierin het voortouw te nemen. Suriname: als je over je grootste verdriet heen bent, begin geen oeverloze discussie over airstrips die al dan niet langer, breder of verhard moeten. Maar steek je energie in: ‘hóe zijn we samen sterk, hóe kunnen we kunnen de koppen bij elkaar steken om samen te investeren in beter materiaal voor elkaar, zowél voor door de lucht als over land en water’.

De overheid, de SLM en particuliere vliegmaatschappijen doen er verstandig aan te komen tot een gezamenlijke vervangingsfonds, waardoor je sneller komt tot het revitaliseren van je respectieve vloot. Het hoeft allemaal niet spiksplinternieuw maar prehistorische toestellen kunnen daadwerkelijk tot het verleden gaan behoren. Daarom zou ik zeggen – met alle piëteit naar slachtoffers en nabestaanden: Surinaamse regering, bespaar ons de zoveelste ‘nationale dag van rouw’ of het zoveelste monument. Investeer in krachtenbundeling. Moet makkelijk kunnen als zeventiende rijkste land ter wereld qua grondstoffen. Dat is trouwens ook mede de reden waarom het spitsuur is op bepaalde airstrips. Let this be your wake up-call!

Deze column is een publicatie van Waterkant.Net

zondag 30 maart 2008

Veni vedi foetsie


Politiek
Boterzacht


Hennah Buyne. Alweer twee weken geleden opgestapt als Amsterdamse wethouder van onderwijs. Maar de wonden zijn nog vers. Moeilijke kwestie. Hoewel ik de overwegingen en intenties van Buyne niet betwijfel, zal ik haar vooralsnog het predikaat ongeschikt moeten geven. Althans politiek. Als mens, geëngageerde burger en vakvrouw krijgt ze een dikke plus. Maar politiek zakelijk gezien, moet ik stellen dat Buyne zichzelf, haar partij en de Surinaamse gemeenschap niet bepaald een goede dienst heeft bewezen met haar politieke karoewiwiri faya.

Het klinkt natuurlijk wel mooi: “Mijn integriteit werd ter discussie gesteld. Dat is een verwijt dat mij in mijn hart heeft geraakt.” Maar Buyne is in het politieke mijnenveld niet in staat geweest haar politieke en persoonlijke integriteit van elkaar te scheiden. Ze is terecht flink aangepakt door de oppositie. Hoe goedbedoeld en ideologisch die lesbrief ook is, het gaat om het politieke principe. Door eerst te ontkennen dat je geen bemoeienis had met de inhoud, heb je een politieke doodzonde begaan: ‘gelogen’. En natuurlijk gaat de oppositie je dat inwrijven. Flink zelfs. En terecht grijpen ze naar termen als ‘moedwillige en doelbewuste misleiding’. En eerst diep door het stof gaan en uiteindelijk principieel opstappen, getuigt ook niet bepaald van zelfopofferingsgezindheid. Het is de bedoeling dat je je dan enige tijd gedeisd houdt als ‘aangeschoten wild’. Maar ja; Buyne ervaart het niet als een schaafwond, maar als een vleeswond in de hartstreek.

Ik citeer uit de omstreden lesbrief: “Helaas zijn er politici die denken dat ze populairder worden door heel negatief te zijn over bepaalde groepen mensen. Ze denken dat je alles moet kunnen zeggen, ook als het kwetsend kan zijn.”
Sorry, hoe goed ook bedoeld: het is gezien de huidige politieke constellatie een politieke zin van jewelste. En het laatste wat we willen is dat onze kinderen op school politiek worden ingekleurd of geïndoctrineerd. Een wethouder dient als bestuurder geen partij-ideologische belangen maar algemene. Tuurlijk: accenten doordrukken mag maar met oog voor democratische beginselen. Want: wat je zaait, oogst je. Stel nu we hebben een PVV-wethouder aan het roer die in de lesbrief laat opnemen: “Er zijn politici die zuurverdiend gemeenschapsgeld verkwanselen aan werklozen en zwakke gezinnen.” Dan hebben we toch ook de poppen aan het dansen?

Een betere formulering was wellicht geweest: “Bepaalde politieke opvattingen kunnen als zeer kwetsend binnen bepaalde delen van samenleving worden ervaren.” Punt uit. En dan geef je de ruimte voor discussie binnen de klas met als moderator de leerkracht. Hebben jullie voorbeelden van zulke opvattingen en wie zouden zich er door gekwetst kunnen voelen? En waarom? En je kan alle kanten op. Maar wie de lesbrief over ‘vrije meningsuiting’ doorneemt krijgt niet echt het gevoel dat er daarvoor echt ruimte is. Ze lijkt eerder een blauwdruk voor betutteling. En dat strookt eenvoudig niet met de traditie van het vrije Nederlandse denken. Ook al staat deze onder druk door extreemrechts dan nog heiligt het doel de middelen niet. En voor iemand die vanaf haar negende in Nederland woont, heeft Buyne deze traditie slecht aangevoeld. En dat mag ze zichzelf aanrekenen.

Maar wat ik interessanter vind, is waarom ambtenaren niet alle zeilen hebben bijgezet om Buyne er voor te behoeden op een dergelijk opzichtige mijn te stappen. Als adviseur zou ik indringend op haar hebben ingesproken: ‘Hennah, dit leidt tot een politieke rel!’ Of liet Buyne zich dan toch vooral leiden door eigengereidheid of ‘arrogantie’? Of is er daadwerkelijk sprake van lange-dolkenpolitiek binnen de PvdA waarbij vooral allochtonen vroegtijdig het veld ruimen en elk valletje van pas komt? Dát zijn de vragen die mij bezighouden.

Besturen is slikken, buigen, slikken en weer doorgaan. Met als ultieme doel: in het machtscentrum blijven. Wat dat betreft is Buyne duidelijk weer te lang uit Suriname waar politieke zetels mee in het graf gaan. Maar volgens sommige ingewijden speelt zich ondergronds iets veel smeriger af. En daar schuilt dan wel degelijk zelfopofferingsgezindheid van Buyne. Neemt ze inderdaad een ‘witte-partijcultuur’ in bescherming door de vuile binnenshuis te houden? Hennah Buyne: veni, vedi, foetsie. Ze kwam, ze zag, en dacht: wegwezen! Want bij het omkijken – in de hoop op ruggensteun – moeten partijdolken vermoedelijk schrikbarend hebben geblonken. Ja, dan heb je wel een extra gelaagde olifantenhuid nodig. En eigenlijk zei Buyne met haar emotioneel geladen verklaring: ik ben nog ‘teveel mens’. Oftewel politiek boterzacht. Gezien de futiele aanleiding en onbevredigende verheldering van zaken, rest mij niet anders dan deze (voorlopige) conclusie.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 29 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

maandag 24 maart 2008

Halal Paashaas


Beter
Luisteren


Ay baya. Wat luisteren we slecht naar elkaar. Eigenlijk wilde ik het deze week hebben over de afgetreden Amsterdamse wethouder Hennah Buyne, maar bepaalde reacties op mijn vorige bijdrage - 'Surinaamse Fatwa' - nopen mij dat even uit te stellen. Ik had gesteld dat als moslimorganisaties met net zo veel vuur, als zij dat tegen Wilders doen, zouden uitspreken tegen extremisten die in naam van Allah dood en verderf zaaien, er voor een figuur als Wilders weinig voedingsbodem zou overblijven. En ook dat door bepaalde islamitische leiders de Koran als ‘effectief onderdrukkingstool’ wordt gebruikt.

Mensen daarmee heb ik niet gezegd dat de Koran een onderdrukkingstool is, maar dat die door sommigen als zodanig wordt misbruikt! Ook was er een reactie als zou ik ‘haat zaaien’. Terwijl ik juist heb gesteld dat bepaalde extremistische islamitische leiders blij zijn met domoren als Wilders als welkome misleiding voor hun onderdrukte onderdanen. ‘Wilders als geschenk van Allah’. En ik heb benadrukt: ‘ik weet wel zeker dat het niet de Allah is van de oprechte moslim’, ofwel de ware. Dus ik zie niet wat voor haat ik hier zaai. Net zoals een ware hindoe, ware christen of ware jood – of welke ware gelovige ook – zaait een ware moslim geen dood en verderf. Ook vroeg iemand zich af of ik ‘begrip’ heb voor Wilders. Terwijl ik zei dat het ‘begrijpelijk’ is dat extremisme extremisme uitlokt. Wie sowieso uit mijn vorige column opmaakt dat ik begrip voor Wilders heb, heeft vast een dikke onvoldoende gescoord voor tekstverklaring op school.

Ook kwam ik met de prikkelende bewering dat ik een kritische houding mis onder westerse moslimorganisaties ten aanzien van het bloedige terreur à la Bin Laden en Hamas. Ik heb bewust gesproken van ‘organisaties’ en niet van ‘moslims’. Omdat ik niet van individuen verwacht dat ze hun nek uitsteken maar wel van maatschappelijke (welzijns)organisaties. Spreek je ook uit – als effectief tegenmiddel – tegen het zogenoemde ‘moslimextremisme’. Wat een gedrocht van een westerse term trouwens. Want ik ken alleen extremisten, en die misbruiken elk vaandel dat ze van pas komt.

Ik heb me enkele weken geleden geërgerd aan de uitspraak van PvdA-leider Wouter Bos in de Volkskrant. Hij vindt dat door zijn partijleden ‘te weinig’ wordt gepolariseerd binnen het integratiedebat. Toen dacht ik: wat een huichelaar. Wilders komt tenminste recht uit voor zijn ware aard en roept: “Meer fatsoen, minder islam.” Pats: negen zetels. Kassa! Wouter Bos van het tanende PvdA ziet dat met lede ogen toe. Door impliciet te stellen dat zijn partijgenoten te veel gaan voor de knuffelaanpak van allochtonen, hoopt hij op deze manier de politieke averij te beperken. Zeg maar gerust: de Wildersaanhang te paaien. Maar hij is zo politiek correct – ofwel huichelachtig – dat hij het niet onverbloemd durft.

Bos durft zelfs te stellen dat de legendarische Joop Den Uyl behoorlijk polariseerde. Toen dacht ik: Bos, je kunt mij veel verkopen maar niet deze pertinente onzin. Je moet niet de verzuilde Nederlandse maatschappij van weleer verwarren met de multiculturele wirwar die het nu is. Toen stonden mensen ook niet vijandig tegenover elkaar. Het scherpe debat ging over of naar links of naar rechts met als uitkomst een voor iedereen leefbare middenkoers. Ofwel het poldermodel, dat zo zoetjes aan flarden ligt. En ook werd er ten tijde van Den Uyl fatsoenlijk gedebatteerd. Als opgroeiende burger vond ik het boeiend om uiteengezet te krijgen waarom bepaalde (subtiele) uitspraken voor ministers ‘onaanvaardbaar’ waren. Tegenwoordig wordt er gewoon rauw gezegd: “De minister is knettergek.” En Wouter Bos wil dat ook de toon binnen zijn partij ‘scherper’ moet. Want ‘geen emancipatie zonder polarisatie’. Nou, Woutertje dom Boskaboutertje, je verwart twee wezenlijke dingen met elkaar: polariseren en stelling nemen. Dat laatste deed Den Uyl. Met verve en als waardige staatsman.

Met mijn vorige column heb ik stellinggenomen. En wel als volgt: distantieer je als ware moslim expliciet van figuren die dood en verderf zaaien in naam van Allah. De God van leven. Uiteraard geldt ook hier: wie de schoen past, trekke hem aan! Maar ja, sommige mensen zijn zo verstokt dat ze horende doof zijn. Met als gevolg – of wellicht als doel: onverdraagzaamheid en polarisatie. En voor zowel de Bijbel als de Koran geldt: je kunt ermee liefde prediken of elkaar de hersenpan mee inslaan? Het zijn niet voor niets zwaarwichtige boekwerken. O ja; als je de paashaas te grazen krijgt, doe het dan wel halal. Om het even in wiens naam.


Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 22 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 16 maart 2008

Surinaamse Fatwa


Mooie Dienst


Afgelopen week hebben ook de Surinaamse religieuze leiders zich uitgesproken over Geert Wilders. Ze vinden hem ‘dom’. Wel, als Surinaamse religieuze leiders een dergelijk fatwa tegen je uitspreken dan heb je het wel erg bont gemaakt! Toen ik op een morgen CNN aanzette en een hysterische meute bebaarde mannen in jurken in de Afghaanse woestijn te keer zag gaan, en daarbij de Nederlandse en Deense vlag verbrandde, moest ik eigenlijk wel lachen. De soap “Wilders” wordt steeds kolderieker. Het leek wel een scène uit de Monty Pythonfilm ‘Life of Brian’ (de persiflage op het leven van Jezus Christus, waar christenen zich massaal om doodlachten). Het zag er allemaal zo primitief uit. En het draaiboek droop ervan af. Er wordt gewoon een groep straatarme ongeletterden opgejut en losgelaten. En dan denk bij mezelf: weten ze überhaupt wel waar Nederland of Denemarken ligt? Hebben ze überhaupt weleens een atlas of een boek in hun handen gehad?

Ik bedoel het beslist niet denigrerend. Wat je gewoon zag was een gebrainwashte meute die leeft in een onderdrukkingssysteem. Hun (religieuze) leiders baden natuurlijk in alle weelde. Met als perfect onderdrukkingstool: de Koran. Effectiever kan niet. Als iemand dat heilige boek ‘overtreedt’ dan hak je publiekelijk zijn handen of kop eraf. Of je stenigt haar dood – ook al is ze groepsverkracht. Toen ik dat beeld zag van die Afghaanse woestijnhysterie, viel het muntje bij me. Die islamitische dictators zijn gewoon blij met westerse ‘domoren’ als Geert Wilders. Die komen als geschenk van Allah. En ik weet wel zeker dat het niet de Allah is van de oprechte moslim. Het staat trouwens ook in de Bijbel (2 Timotheüs 3:13): ‘Maar goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan, terwijl ze misleiden en worden misleid.’

Inderdaad. Wilders als welkome misleiding voor extremistische moslimleiders terwijl hij het ‘vrije woord’ misbruikt – en daarmee op zijn beurt misleidt. Puur om politiek gewin over en weer. Pech voor Wilders is dat hij tegen primitievelingen aanloopt. Die bereid zijn te sterven als martelaars zodat ze zich in het paradijs te goed mogen doen aan tientallen beloofde maagden. Klinkt net zo misselijkmakend als eindeloos frikadellen speciaal naar binnen werken.

Moslimorganisaties zijn zo boos over de krenkingen en provocaties van Geert Wilders. Maar als zij zich met net zo veel vuur zouden uitspreken jegens extremisten die in naam van Allah dood en verderf zaaien, dan zou er voor een figuur als Wilders weinig voedingsbodem overblijven. Wilders’ handelen en gedrag zijn wel verklaarbaar en zelfs begrijpelijk: extremisme lokt extremisme uit. Dit getuige de terreuraanslagen in Madrid, Londen, New York en waar dan ook ter wereld. Laten we wel wezen: dergelijke aanslagen waren eer de opstanding van Wilders.

Persoonlijk mis ik van westerse moslimorganisaties een kritische houding jegens het bloedige terreur. Waar zijn de door hun georganiseerde massabetogingen hiertegen? Ik zie ze niet. Wellicht ben ik ziende blind. Als je werkelijk zo om je ‘vrede predikende’ geloof geeft, dan kan je eigenlijk niet zo stilzwijgend toezien hoe die bezoedeld wordt à la Bin Laden en Hamas. Hoe ideologisch ook hun strijd: je blaast niet mensen – onder wie moeders, oma’s en kinderen – met bosjes tegelijk op. Ongewapende burgers die op dat moment bezig zijn met dagelijkse beslommeringen zoals struinen over de markt of een boek lezen in de trein. Maar ik snap het algemeen grote stilzwijgen onder moslims wel. Ze kennen als geen ander hun eigen pappenheimers en willen geen doodstraf uitlokkende fatwa over zich heen roepen. Bleef het maar bij zo’n milde Surinaamse! Of is het toch vooral stilzwijgende goedkeuring?

De Boerka ís inderdaad een ultieme vorm van religieuze onderdrukking. Het is des te meer kwetsend voor die vrouwen als een vooraanstaande politicus van een “pinguïnpak” spreekt. (Ja, lach er maar om). Dat maakt ook Wilders een primitieveling. Hoe geschoold en gedast hij ook is. Je kan onmogelijk beschaafd zijn om je zo van elke norm van fatsoen te ontdoen en mensen tot op het bot te krenken. Wilders heeft ons eigenlijk een mooie dienst bewezen met de voorbarige aankondiging van zijn film. Hierdoor heeft hij zichzelf verstrikt in een politieke boerka. Geen hond wil zijn ‘film’uitzenden of vertonen. Vind je het gek. Wie medezelfmoordenaars zoekt moet maar naar Islamabad, Jalalabad of welk bloedbad dan ook. Daar lopen er zat rond. En ze kunnen vast een extra mond gebruiken bij al die niet te versmaden jonge maagden.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 15 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 9 maart 2008

Eurotieke Zone


Substantiële
prijsstijgingen


Als ik één ding heb geleerd van leven in Suriname als ontwikkelingsland, dan is het wel dat armoede big business is. Hoe meer hyperinflatie des te meer woekerwinsten maken geld- en goederenhandelaren. Toen Wijdenbosch net de regeermacht had weggekaapt, zei een vriend aan een terras in Paramaribo: “Als de dollarkoers 1 op 750 wordt, dan ben ik weg uit dit land.” We lachten er nog om. Maar uiteindelijk, toen Wijdenbosch in 2000 vervroegd werd verjaagd door de verarmde en hongerende massa, was de koers ruim drieduizend Surinaamse guldens voor één Amerikaanse dollar.

Ik vond het maar bizar. Voor mij was het een schouwspel waaraan ik deelnam en tegelijkertijd buiten stond. Ook ik had natuurlijk te maken met de dagelijkse prijsstijgingen en raakte de tel volledig kwijt. Maar ik verdiende “valuta” zoals dat heette. Dus voor mijn persoonlijke koopkracht maakte het niet uit. Mijn Nederlandse guldens bleven even hard en leverden bij elke koersstijging evenredig meer – en zelfs flink meer – Surinaamse guldens op. Maar het is allerminst genieten van je ‘rijkdom’ als je meeste vrienden en kennissen maar net een week kunnen rondkomen van hun lokale salaris. Een inkomen dat ze sowieso zo snel mogelijk moesten uitgeven omdat het per seconde minder werd.

Inmiddels heeft de Surinaamse gulden plaatsgemaakt voor de Surinaamse dollar, die al jaren stabiel is. Monetair mag Suriname daar als kleine Caribische economie – met een jaarlijkse groei van 5 procent – best trots op zijn. Laten we eerlijk zijn. Je krijgt nu voor je Amerikaanse dollar zo’n drie lokale terug. Dat is weer wat anders dan tienduizend roepies om maar wat te noemen. Toch stijgen momenteel de winkelprijzen in Suriname weer. Niet dramatisch maar wel substantieel. Ditmaal niet omdat de nationale munt kwakkelt maar omdat de euro zo oersterk is. En Suriname is, zoals we weten, een consumptieve, nauwelijks producerende economie. Hoewel het land qua grondstoffen en voedingstoffen van alles biedt, importeert het van alles en nog wat.

De relatief kleine handelarensector vaart er wel bij en is nauw verweven met de (corrupte) politieke elite. Dus je kunt raden dat er weinig overheidsmaatregelen worden getroffen om de import terug te dringen ten gunste van ontplooiing van lokale industrieën. Zo is bijvoorbeeld Surinaamse kip het viervoudige in prijs van geïmporteerde Amerikaanse, Europese of Braziliaanse. En de schappen van de supermarkten staan vol met sappen van de Albert Hein en andere Nederlandse huismerken. En dat geldt voor van alles: koekies, snoepies, specerijen, conserven, zuivelproducten en ga zo maar door.

De handelaren hadden zich ten tijde van de hyperinflatie goed ingedekt door hun waar te ‘verdollariseren’. Dat betekent dat alles was geprijsd in Amerikaanse dollars en je mocht tegen de dagkoers – of beter gezegd momentkoers – in Surinaamse guldens betalen. Dus ook al bleef dat blikje ‘Hollandse’ bruine bonen één dollar maar omgerekend steeg de prijs dagelijks met sprongen tegelijk. Surinaamse handelaren zagen de bui al snel hangen toen de euro werd ingevoerd. Al ver voor de rest van de wereld is men in consumptief Suriname – stabiele nationale munt of niet - overgegaan tot het vereuroriseren van de prijzen. Dus je kunt je voorstellen hoe daar de winkelprijzen stijgen naarmate de euro sterker wordt.

De euro is destijds in Suriname met open armen ontvangen als nieuwe statussymbool. Voor je het wist was die er sneller ingeburgerd dan in Europa zelf. In Suriname spreken ze ook niet van euro maar ‘éro’. Je weet wel, zoals bij erotiek. Zo erg watertanden ze ervan. Volgens officieel en natte-vinger-werk-onderzoek maken wij vanuit Nederland jaarlijks tientallen miljoenen euro’s over naar familie in Suriname. Ook ik onderhoud op deze wijze mijn gezin. Voor elke honderd euro krijgt mijn vrouw momenteel meer dan vierhonderd Surinaamse dollars. En substantiële prijsstijgingen of niet; wat je hier met één euro kan, doe je daar evenredig met één Surinaamse dollar. Mits doordacht besteed. Al wil de tragiek dat lokaal geproduceerde sappen, koekjes en pindakaas duurder zijn dan geïmporteerde.

Toch is het nu raadzamer, als je familie ondersteunt, een bescheiden bedrag op te sturen dan een goederenpakket. En je moet zeker geen kleding of materialen opsturen. Al geruime tijd kijk ik elke ochtend vol spanning bij het RTL-ontbijtnieuws naar de euro-dollarkoers. En elke keer als ik hoor: “De euro is stabiel” (blauw blokje) of meestal: “De euro is gestegen” (groen driehoekje), dan klinkt het als muziek in de oren en juich ik alsof Ajax weer een doelpunt heeft gescoord. Daarom zou ik willen zeggen: “Lang leve de eurotieke zone!” Tenminste: als je niet aan de schaduwzijde ervan staat.


Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 8 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 2 maart 2008

Haarscherpe weergave

schoolvoorjournalistiek.com

Nog altijd weggefilterd


In 1996 vertrok ik naar Suriname met als voornaamste bagage een identiteitscrisis van jewelste. Ik voelde me geen Nederlander meer. Ach, natuurlijk had ik mijn leven lang ook opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd gekregen zoals ‘roetmop’, ‘sambo’ en ‘rot naar je eiland’. Dus ik was niet naïef als het om racisme ging. Maar ik bleef optimistisch gestemd omdat ik rooskleurig geloofde in een toekomst dat we op een dag allemaal Nederlanders zouden zijn. Bovendien had ik ook een rotsvast geloof in het sprookje dat Nederland het ultieme tolerante en progressieve land was. Maar begin jaren negentig werd het ‘minderhedendebat’ aangezwengeld en de Nederlandse samenleving voor het gemak opgedeeld in ‘autochtonen’ en ‘allochtonen’. Het heeft daarna nog een paar jaartjes geduurd maar al gauw kwamen de eerste barsten in dit rotsvaste geloof.

Als journalist noch als burger kon ik intellectueel en mentaal iets met deze tweedeling. Het was alsof met succes een term was gevonden, door de meerderheid, om de rest maatschappelijk uit te sluiten dan wel te marginaliseren. “Ja, maar je bepaalt toch zelf wat je bent”, reageerde menig Nederlandse vriend of vriendin verbaasd als ik me hierover beklaagde. Dat was makkelijk gezegd. Ik mocht mezelf dan wel Nederlander noemen en voelen, maar het schiet natuurlijk niet op als je dagelijks in de kranten en op de televisie voor het gemak als ‘allochtoon’ werd bestempeld. Nee: gestigmatiseerd. Het was allochtonen dit, allochtonen dat. Allochtone jongeren leren langzamer, allochtone jongeren vaker gewapend, allochtonen volop in drugs en ga zo maar door. En als enige zwarte medewerker van het Parool, de krant van ‘multicultureel’ Amsterdam, was het roeien tegen één dikke modderstroom in. Totdat ik helemaal stuk en – inderdaad – ‘gefrustreerd’ was. Ik dacht als oor en oog voor deze krant, waarvoor ik al zeven jaar succesvol schreef, te kunnen bijdragen aan het minderhedendebat. Maar ineens sneuvelden al mijn artikelen.

Mijn lijfblad was niet geïnteresseerd in de nuances of beide kanten van het verhaal maar in rechtse sensatie. Met als enig doel: verhoogde oplage. Het Parool, voormalig verzetskrant, heeft de minderheden in de jaren negentig gewoon kapot geschreven, als een hijgerige bloedhond. Regelmatig, als ik op de redactie kwam, gaf ik kritiek op de inhoud van de krant ten aan zien hiervan. Totdat op een dag tegen mij werd gezegd: “Als je je hier niet meer thuis voelt dan kan je maar beter elders heen gaan.” Het onvermijdelijke “your time is over” als donderslag bij helder hemel. Wel mensen, ik dacht bij mezelf: hé, als een ‘links’ en ‘maatschappelijke geëngageerd’ bolwerk als het Parool dat tegen mij zegt, wat heb ik dan nog in Nederland te zoeken? Herkent u dat: “Als je je niet meer thuis voelt dan kan je maar beter ergens anders je heil zoeken.” Vast wel. De verwoording van het onderhuidse uitsluitingsmechanisme van de meerderheid.

Ik was zodanig gefrustreerd geraakt dat ik tijdens journaal en praatprogramma’s ging turven hoeveel van de woordvoerders een witte man, witte vrouw of allochtoon was. Na enkele weken had ik tegenover zo’n veertig autochtone mannen, een handvol autochtone vrouwen en geen enkele allochtoon. Zo spierwit was de Nederlandse televisie. En dat gold ook voor de gedrukte media. Terwijl ik om me heen – zeker in de Randstad – een bonte multiculturele samenleving zag, was de weergave daarvan uitgebleekt in de media. We werden gewoon weggefilterd. Omdat we zogenaamd niet tot de ‘doelgroep’ behoorden. Dan heb ik het ook over reclamespotjes.

In 2006 keerde ik na tien en een half jaar terug. Er is bar weinig veranderd. Overigens niet meer tot mijn ontzetting en frustratie. Maar ik kijk vrijwel niet naar de Nederlandse televisie als het gaat om nationale producties. Want het is één Big White Men Show. Uiteraard met uitzonderingen daargelaten. Mijn stelling over de Nederlandse televisie van tien jaar geleden was: ‘sluit een marsmannetje op in een geblindeerde kamer en laat hem aan de hand van televisiebeelden vertellen hoe de Nederlandse samenleving is samengesteld. Zijn conclusie zou zijn: spierwit met hier en daar een allochtoon voornamelijk als maatschappelijk heikel punt’. Deze stelling staat wat mij betreft nog kaatsrecht overeind. Er is een nieuw seizoen van start gegaan voor tv-serie de Keyzer & De Boer Advocaten. Met een nieuwe gastrol – let wel ‘gastrol’ – voor officier van justitie Selma van Turkse afkomst. Want zegt de producent met trots over zijn verder hagelwitte serie: “Zij moet de tijdgeest haarscherp weergeven.” Haarscherper kon hij het niet zeggen. We worden nog altijd flink weggefilterd.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 1 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 24 februari 2008

Verrijkende taal?

anp

Takkie van de stratie


Het moet ergens in het tweede jaar van mijn remigratie zijn geweest. Ik bezocht in Oost-Suriname een ontwikkelingsproject in verband met een schrijfopdracht. Het ging om een werkplaats voor ‘lokale houtverwerking en –bewerking’. In een dorp aan de Cotticarivier, aardig stroomopwaarts. En ik kwam toevallig langs een krakkemikkig schooltje waar kinderen net bezig waren met klassikaal woorden lezen. Aan de hand van het Nederlandse aap-noot-mies-systeem van weleer. Het ging gesmeerd zoals die Aucaanse kindertjes al die woordjes met oo- oe- en au-klank opdreunden. Totdat de juf vroeg: “Wat is Jaap?” En het bleef stil. Ik vond dat eigenlijk niet zo gek. Je kon moeilijk verwachten dat kindertjes in het Surinaamse binnenland maar ook doorhadden dat het om een oer-Hollandse naam ging. Vooral niet als de juffrouw vraagt “wat is Jaap?” in plaats van “wie”.

Op een gegeven moment maakte de juffrouw het eenvoudiger – dacht ze – en vroeg: “Wat is een aap?” En weer bleven die kindertjes wezenloos stil. “Een aap is een monki-monki”, zei de juffrouw op heel pedagogische toon. Toen ze een jongetje vroeg op een plaat bij het bord een monkimonki aan te komen wijzen, deed hij dat feilloos en zonder aarzelen. De juffrouw keek trots tevreden naar mij, maar ik was shocked voor de rest van de dag. Terstond had ik overtuiging gekregen dat je kinderen inderdaad in een meertalige situatie beter onderwijs in hun eigen taal kan geven, zodat hun algemene kennis en woordenschat snel toeneemt, die ze geleidelijk kunnen omzetten in die maatschappelijk heersende taal. Want ik kan u één ding vertellen: kinderen in het Surinaamse binnenland kennen heel wat (namen van) dieren, vogels, planten, bomen, houtsoorten, gewassen, bloemen en ga zo maar door.

En dan ga je naar school en ineens ben je “dom” want je weet zogenaamd “niets”. Want de kafowri is ineens ‘kip’ geworden en de sneki ‘slang’. Ineens is ook je eigen taal inferieur. En zo voelen velen zich dan ook: dom en niets wetend, gemeten aan hun beheersing van de Nederlandse taal die nergens om je heen wordt gesproken, maar ineens wel op school.
En dit probleem speelt ook in grote mate in Paramaribo en de districten waar al die doorsnee volkskinderen thuis Sranantongo, Surnami, Javaans, Arawaks, Aucaans, Saramaccaans, Chinees en ga zo maar door spreken. Dus ook het gemiddelde Surinaamse stadskind kampt met een taalprobleem en daardoor met grote leerachterstanden. Het Nederlandse gorgeltaaltje als grote ontwikkelingsremmer van de jeugd in een multi-etnisch Zuid-Amerikaans land. Wat dat betreft zijn (bepaalde) kinderen op Curaçao er beter af. Daar krijgen ze niet alleen les in Papiamento. Maar ook op de radio, televisie en in de kranten wordt Papiamento volop gebezigd. Evenals op informatieborden in openbare gebouwen, zoals postkantoren. Wat dat betreft mogen Curaçaoënaars trots zijn op hun culturele identiteit.

Afgelopen week won Birgit Schuurman ‘het Groot dictee der Nederlandse straattaal’. Want ze ‘spit de takkie van de stratie’. Deze taal is grotendeels gebaseerd op het Sranantongo. Moeten we daar trots op zijn? Ik denk eerder bezorgd. Het mag dan wel de Nederlandse taal ‘verrijken’, maar hoeveel verrijkt het onze Surinaamse en andere allochtone jongeren?
Ik ben tien jaar weggeweest. Kort na mijn terugkeer – ruim een jaar geleden – zat ik in de metro richting Amsterdam-Zuidoost. En ik hoorde een groep jongens van een mix aan etniciteiten een taaltje spreken dat ik aanvankelijk nergens kon plaatsen. Totdat ik termen opving als ‘bieri’ en ‘doekoe’ en doorhad dat het dus om deze straattaal ging. Ze spraken ook Nederlands maar met zo’n zwaar accent – vooral die Marokkaanse jongens – dat het nog steeds haast onverstaanbaar was. Ik wou bijna opstaan en zeggen: “Jongens, op deze manier krijgen jullie écht geen baan en zeker niet bij de radio of televisie.” De afgelopen tijd heb ik mij meermalen op deze manier moeten inhouden.

Beste ouders, bescherm je kinderen! Laat ze hun straattaal behouden, maar zie er ook op toe dat ze het ABN (algemeen beschaafd Nederlands) leren als sleutel naar maatschappelijk succes. Zonder dat, is straattaal pure verarming. En jongeren, laat je niet verblinden door een gepolijste BNN-show van een handvol gelikte en gearriveerde artiesten. Zonder ABN – de échte takki van de doekoe – kom je er echt niet. En Birgit Schuurman kan het beamen. Anders kan je de hele dag in je bedi blijven spacen. Denk aan je leeftijdgenoten in Suriname en op Curaçao; velen van hen zitten echt klem tussen de eigen cultuur en een vreemde koloniale taal en hebben geen keus. Wat jullie doen is maatschappelijk zelfmoord. Maar ja, misschien ben ik wel een ouwe lul geworden.


Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 23 februari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 17 februari 2008

‘Gerenommeerd’ onderzoek

unit5.org

Going to America


In 2050 vormen blanken in de VS de minderheid, konden we overal in het nieuws lezen van de week. Mijn eerste reactie was meteen: wat moet ik met zo’n bericht? En de vraag: minderheid ten op zichte van wie eigenlijk? Het betreft een voorspelling van het ‘gerenommeerde’ Pew Research Centre in Washington. Pew pew, dacht ik, zo gerenommeerd dat ik er nog nooit van had gehoord. Maar wie ben ik? ‘Als de huidige trend zich voorzet dan zal de Amerikaanse bevolking in 2050 met 138 miljoen zijn toegenomen tot 438 miljoen’, aldus het onderzoek. ‘De verwachte bevolkingsgroei zal voor 80 procent voor rekening komen voor immigranten en hun in de VS geboren kinderen en kleinkinderen.’

Hierin zit al de eerste misleiding. Een vluchtige lezer – en van de schrik zullen dat waarschijnlijk heel wat blanken zijn geweest – vat het op als dat de Amerikaanse bevolking voor 80 procent uit immigranten zal bestaan. Maar het gaat om de groei; dus die extra 138 miljoen. Vooral de Latino’s (29 procent) zullen flink dekken – het staat wel niet zo geschreven maar daar komt het wel op neer. Samen met de Aziaten (9 procent) en de Afro-Amerikanen (13) vormen ze daarmee de meerderheid ten opzichte van de blanken. Ja hoor, gooi alles maar op de grote berg en zie daar de verdrukte ‘blanke minderheid’, die feitelijk nog altijd veruit de grootste groep is: maar liefst 47,5 procent! Daarbij verbleekt toch wel die 9 procent Aziaten en zelfs die 13 procent Afro-Amerikanen. Lijkt mij. Kennelijk vond het Pew het aantal Amerindians – de oorspronkelijke bewoners – te verwaarlozen, want die komen niet eens in de tabellen voor.

Ik vraag me ook af: waarom zo’n bericht? En wat hebben Latino’s, Afro-Amerikanen en Aziaten met elkaar gemeen – behalve dat ze minderheden zijn – als je toch zo graag onderscheid wil maken in etniciteit? Ik werd overmand door complete verstandsverbijstering. Ben ik nou gek geworden? Ik weet niet anders dat de VS een bakermat van immigranten is en dat de oorspronkelijke bewoners vrijwel uitgeroeid zijn. Vanuit hun perspectief bestaat allang 99,9% van totale Amerikaanse bevolking uit immigranten, hun kinderen, kleinkinderen én achterkleinkinderen. Over achter de feiten aanhobbelen gesproken. Een continent als Australië zie ik ook niet als het land van blanken, maar dat van bezetters, kolonisten en immigranten, waarbij ook de lokale bevolking – the Aboriginals – zijn geminimaliseerd. Zowel humaan als maatschappelijk. Ja, ze mogen het sinds afgelopen week doen met een expliciete “sorry” maar moeten er niet op rekenen dat ze stukken land terugkrijgen.

Nee, het bericht van het Pew maakt me boos. De achterliggende psychologische boodschap is duidelijk: alle mensen in de wereld zijn immigranten maar blanken niet, die zijn overal en van alles de oorspronkelijke ‘rechtmatige eigenaren’. Dit soort berichten heeft maar één effect: het opwekken van white backlash en de angst inboezemen bij blanken dat zij worden verdrukt door de ‘anderen’. Dat ze een ‘minderheid’ worden. Maar dat zijn ze al eeuwen, als je het bekijkt op wereldschaal. Alleen al de Chinezen zijn met z’n 1 miljard. De Indiërs idem dito. Zulke statistieken leiden slechts tot xenofobie. “We worden van de wereld gefokt en dat financieren we zelf door miljarden ontwikkelingsgeld”, is een reactie op de website van het AD. Ja, je kan erom lachen, maar ik vind het zorgwekkend. Reken maar dat velen zich daarom vastklampen aan rechts-extremistische gedachtengoeden. De cijfers liegen er niet om in Nederland: het geweld tegen moslims is schrikbarend toegenomen.

Ik vind het maar verdacht dat uitgerekend met de opmars van Barack Obama zo’n obscuur berichtje wordt gelanceerd. Het ANP neemt het over. Er wordt een label ‘gerenommeerd’ opgeplakt. En die altijd zo kritische Nederlandse media plaatsen allemaal het bericht zonder enige vorm van eigen redactie. En de hele witte wereld is weer “wakker” geschud. Om niets. De echte xenofoben denken waarschijnlijk na het Pew-bericht dat de denderende opmars van Obama vooral aan immigrantenstemmen te danken is. Tot het tegendeel bewezen is, zie ik het bericht daarom als een verdekte poging tot aanzet van white backlash. Tot slot: van de week gekeken naar Michelle Obama bij Larry King Live op CNN? Wauw, als je onder indruk bent van Barack dan moet je echt een keer zijn vrouw Michelle aan het woord horen en zien. Zo gepolijst en geslepen en een naadloos PR-verhaal, zoals een echte First Lady betaamt. Ik heb Larry King nog nooit zo verliefd op het puntje van zijn stoel gezien. En ik zeg: je moet er niet raar van opkijken als volgend jaar de first black family the White House betrekt. Een ware nachtmerrie voor de Clintons.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 16 februari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 10 februari 2008

Focking serieleugenaar

anp/sbs6/endemol
Pijnlijke Zelfontmaskering


De twee uur durende uitzending van misdaadverslaggever Peter R. de Vries over de verdwijning van Natalee Holloway op Aruba, overtrof mijn stoutste verwachtingen. De meeste mensen waren verbijsterd over de gevoelloosheid en kilheid waarmee Joran van der Sloot sprak over het slachtoffer. Maar ik vond het vooral pijnlijk voor hemzelf. Onvoorstelbaar hoe iemand onwetend zich onderwerpt aan een zelfontmaskering die zijn weerga niet kent, ten overstaan van miljoenen kijkers. Ik moest ook regelmatig lachen. Die arme Joran. Zat-ie daar, continu blowend op de voorbank van de ‘biechtauto’, zich uitdrukkend in zijn eigentijdse focking conjostraattaal. Ik heb altijd Joran wel geloofd op zijn woorden. Zeker nadat hij zijn boek had geschreven, waarvan ik overigens geen letter heb gelezen. Niet dat ik naïef ben, want ik ben verre van verbijsterd dat hij wel degelijk alles ervan afweet. Het is net als met die ouders van het verdwenen kleutermeisje Madalie in Portugal. Ze kunnen het zijn of niet. Wie ben ik om ze niet te geloven; ik was er niet bij.


Toch heb ik geen leedvermaak. Wat nu met Joran gebeurt, kan ons allemaal overkomen. Dan heb ik het over een leugen om eigen bestwil waarin we daadwerkelijk gaan geloven omdat er op een gegeven moment geen weg terug lijkt. Denk maar aan je eigen kindertijd bij kleine vergrijpen, zoals een snoepje stelen of iets stukmaken, maar in een kinderbelevenis een zeer groot vergrijp omdat je bang bent voor de sancties. Alleen bij de één kan dit groteske vormen aannemen als liegen om eigen bestwil ook op latere leeftijd structureel is. Waar ik Peter R. de Vries voor dank is de kijk in het brein van een ‘serieleugenaar’, zoals de advocaat van Joran het zelf typeerde de volgende dag bij NOVA. Het was bijna net zo ijzingwekkend als de kijk in het brein van een seriemoordenaar.

Joran mag van geluk spreken dat hij valt onder de Nederlandse rechtspraak. In Amerika zou hij na zo’n undercoveroperatie levenslang de bak ingaan – lijk of geen lijk – en de familie Holloway zou ook nog een miljoenenschadeclaim tegen hem kunnen indienen. Maar binnen de Nederlandse rechtspraak moet je er niet van opkijken dat zijn advocaat succesvol erop wijst dat we hier te maken hebben met een notoire serieleugenaar. En dat het daarom maar de vraag is hoeveel waarde we moeten hechten aan zijn bekentenis. Nee, wat dat betreft zie ik Joran nog niet jaren achter de tralies verdwijnen. Nu al beweert hij dat hij ‘stoned’ was en erop los heeft ‘gefantaseerd’. Maar er zijn voldoende momenten vastgelegd waarbij je overduidelijk ziet dat Joran zich wel degelijk een traumatiserende gebeurtenis weer voor de geest haalt. Zeker het moment waarbij infiltrant en vermeende vriend Pactrick van der Eem vraagt hoe hij zeker wist of Natalee dood was voordat zij aan de haaien zou zijn gevoerd. Daar zie je hem echt dieptwijfelend peinzen: en echt niet om een leugen te perfectioneren. Wat mij betreft geldt voor Joran in ruim bevredigende mate: ‘I know what happened to Natalee Holloway’.

Van der Eem zag het als zijn ‘burgerplicht’ Joran te ontmaskeren. “Het had lang genoeg geduurd, voor Aruba, voor Nederland, voor moeder Beth”, zei hij op Pauw & Witteman. Ook zei hij over zijn geboorteland: “Je blijft met je poten van mijn eiland af.” Dat is nog eens vaderlandsliefde. Maar ik wil Van der Eem voor nog één ding bedanken. Dat Surinaams element, in de belichaming van de broers Deepak en Satish Kalpoe, zat mij niet lekker. Hoewel de hoofdverdachte een verwend, Nederlands rijkeluiskind, was toch altijd de naklank: dat krijg je als je met Surinamers omgaat op een bananeneiland waar politie en justitie incompetent zijn. Aldus de toon tijdens de mediakruistocht van moeder Beth tegen Aruba. Met deze voorlopige ‘ontknoping’ is deze internationale smet tevens van het blazoen van Suriname verwijderd. Feit blijft dat de Kalpoes in zo’n ernstige zaak aanvankelijk meelogen. Dus we hoeven geen medelijden met ze te hebben.

Peter R. de Vries, wat ze ook zeggen van je undercoveroperatie, één ding is zeker: This is teevee man! Vooral hiervoor bedankt. En op Aruba mogen ze niet klagen. Ik hecht weinig waarde aan de krokodillentranen van de Arubaanse premier die beweert dat Amerikaanse toeristen ‘massaal wegblijven’ door het Holloway-mysterie. Hij krijgt er immers een boel ramptoeristen voor terug. Zeker nu weer eens is onderstreept: Aruba, free paradise of coke and gambling! Maar zoals ik al zei, we liegen allemaal weleens om eigen bestwil. Het dilemma voor Aruba, lijkt mij, is nu: wordt het een Holloway-gedenksteen of van een Vandersloet-gedanksteen?

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 9 februari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

dinsdag 29 januari 2008

Grote Surinamer



Rudy Polanen,
vaarwel en so long!


Niets vermoedend belde ik collega Anita Plowell van Faya FM dinsdagmorgen op met de vraag of zij een geschikt onderwerp voor mij had. Waarop ze me met het nieuws om de oren sloeg dat dominee Rudy Polanen de avond eerder was overleden. Als een soort nadreun gooide ze erachteraan: “64 jaar.” Op dat moment wist ik nog niet hoe, maar dat ik stil moest staan bij een Grote Surinamer, stond voor mij wel vast.

In de afgelopen ruim tien jaren zijn in Suriname aardig wat ‘Grote Zonen’ heengegaan. Dit begrip werd naar mijn smaak te pas en te onpas gebruikt. Daarbij vroeg ik me toch wel in gemoede af: “Een land met zoveel Grote Zonen en dan zo’n sociaal-economische puinhoop als nalatenschap.” Bovendien is – voor mij althans – een eigenschap van een Grote Zoon dat die onbaatzuchtig en zo geruisloos mogelijk te werk gaat in het belang van anderen en daarbij zichzelf zoveel mogelijk wegcijfert. Nou hieraan aan voldeed menig Grote Zoon niet die ons reeds heeft verlaten.
Polanen ging als predikant alles behalve ‘geruisloos’ te werk. Maar hij gebruikte niet gemakzuchtig politieke podia. Maar sleet aardig wat schoenzolen voor zijn talloze bezoeken bij huwelijken, geboorten, begrafenissen, jubilea en speciale dagen van gewone mensen. Daarmee bracht hij de kerk bij hen thuis. En dat maakt hem een Grote Surinamer. Deze titel doet veel meer eer aan het onverzettelijke werk van ‘bruggenbouwer’ Polanen. Vele Grote Zonen hebben zich verrijkt ten koste van kleinere zusters en broeders. Polanen gaf alleen maar, vooral veel hoop, troost en geloof. Geestelijke rijkdommen die niet in materie uit te drukken zijn.

Polanen zal ik vooral herinneren als een allemansvriend die geen enkele huiskamer of feestzaaltje te min vond om hoogstpersoonlijk langs te komen. Als kind al vond ik het zo bijzonder dat een predikant tussen ons in dat piepkleine huiskamertje zat om een persoonlijk getinte zegening uit te brengen. Hierdoor was ik jaren in de ‘waan’ dat mijn moeder tot zijn beste vrienden en intimi behoorde. En waarschijnlijk met mij velen. Polanen had het er maar druk mee. Wat moet hij hebben gepast en gemeten om iedereen toch van dienst te zijn en dan hebben we het alleen maar over die huisbezoekjes.
Ik herinner me ook de altijd krappe, overvolle Emanuelkerk in de Amsterdamse Kerkstraat. “Dankzij dominee Polanen hebben we allemaal gespaard voor een grotere kerk”, vertelde mijn moeder door de telefoon vanuit Paramaribo over de koop en verbouwing van de imposante Koningskerk in Watergraafsmeer, toen ik haar belde vanwege het overlijden van Polanen. “Hij kon je altijd zo goed begrijpen en troostrijk toespreken”, typeerde ze hem.

Ik was Polanen al meer dan tien jaar niet meer tegen het lijf gelopen – ik was sowieso al niet zo’n kerkganger meer. En dan zie ik de man op 5 augustus vorig jaar weer voor het eerst. Hij leidde de dankdienst van mijn 80 jaar geworden dierbare Tante Friede. O, die kent hij dus ook al dacht ik verrast. Hij kwam binnenstappen alsof hij bij haar dagelijks over de vloer kwam. Ook Polanen was op 5 augustus jarig. Polanen stond graag in het middelpunt door anderen in het middelpunt te stellen. Eigenlijk een fêterende showman in hart en nieren.

De laatste keer dat ik hem zag optreden was tijdens 26ste herdenking van de Decembermoorden op 8 december jl. in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam.
Het eindelijk aanvangen het Decemberproces typeerde Polanen heel pakkend als: “De afgebroken droom doordromen.” Dat was ook de kop van het verslag dat ik erover schreef voor Obsession Magazine. “Herinneren als middel tegen herhaling”, zei Polanen. Dus tegen herhaling van onrecht en mensenrechtenschendingen. Dat vond ik zo waarachtig dat het artikel afsloot met: ‘Het lijkt mij dan ook passend af te sluiten met een droom van Polanen: “Ik hoop dat deze dag [dus 8 december] voor iedereen die van Suriname houdt, de dag van rouw en bezinning blijft”.’

Ik heb even zitten dubben of ‘droom van’ niet te hoogdravend was. Wellicht was ‘wens van Polanen’ gepaster. Ik kon niet vermoeden dat nog geen anderhalve maand later mijn uiteindelijke woordkeus nu al zo’n diepe dimensie zou krijgen met zijn plotselinge dood. Net zo min dat ook hij het niet kon vermoeden toen hij nadrukkelijk had verkondigd in de Koningskerk: ‘Mijn laatste kerstdienst in Nederland’ en: ‘Mijn laatste oudjaarsmis in Nederland’. Polanen stond op het punt te gaan pensioneren in zijn geliefde, warme Suriname. In Groningen Saramacca om precies te zijn, om te genieten van zijn oude dag samen met zijn vrouw Jetty. Maar God heeft anders beslist. Rudy Polanen, Grote Surinamer, geniet van je welverdiende rust die voor ons allen – maar vooral voor jou en je dierbaarsten – veel te vroeg is gekomen. Vaarwel en so long!

Lees ook: 'Inspirerend afscheid van Rudy Polanen'

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 26 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 20 januari 2008

Holle taal

waterkant.net
Verveeld Leger


Minister Ivan Fernald van Defensie van Suriname wil niets weten van samenwerking in de maritieme zone met buurland Guyana. En Geert Wilders wil dat de regering actie onderneemt tegen de website Marokko.nl wegens beledigen van gesneuvelde Nederlandse militairen in Uruzgan. Twee interessante gevallen van holle taal die ik beknopt wil bespreken.

Te beginnen met twee kleine staatjes in Latijns-Amerika vol bodemrijkdommen met de één minder dan een miljoen inwoners en de ander minder dan een half miljoen, waarvan 80 procent onder de armoedegrens leeft. Desondanks willen ze niet de krachten bundelen op basis van dom, eng nationalisme. En beide met een zichzelf verrijkende politieke elite. Ik kan er alleen maar diep van zuchten.
“Guyana moet eerst uit het Tigrigebied!” stelt Fernald. Ik zou zeggen: als Tigri van jou is; óf post je militairen erin óf sleep Guyana voor een internationaal tribunaal. Zoals Guyana heeft gedaan met ons bij het Zeetribunaal. Het heeft weliswaar zeven jaren geduurd, maar die zijn al voorbij en er is klaarheid: ook al is het eindoordeel je niet welgevallig. Hoelang is Tigri nu ‘bezet’? Maar doe in elk geval iets, waardoor je volk meegaat in de welvaart der volkeren!

Beredenerend vanaf de onafhankelijkheid in 1975 heeft het Surinaamse leger pak hem beet enkele honderden ‘tegenstanders’ uitgeschakeld. Wat voor tegenstanders? Inderdaad: eigen mensen, van wie tientallen ongewapende burgers waaronder vrouwen en kinderen. Datzelfde leger jeremieert voortdurend over meer geld en ongemaktoeslagen. Maar toen de Belastingdienst het wilde inzetten om geld te gaan innen bij illegale Braziliaanse goudzoekers die ons maagdelijk binnenland gangrapen… Nou mensen – ik was daar: het leek wel een stel klagende keukenmeiden. Te veel ontberingen. Een leger dat zich verveeld zal zich vroeg of laat (weer) keren tegen de eigen mensen. Mijn devies is dan ook: schaf het af of zet het zinvol in. Maar genoeg hierover.

Geert Wilders. Hoor ik het goed: een podium van vrije-meningsuiting – dus Marokko.nl – willen muilkorven in een democratie? Natuurlijk, toen ik las van die twee jonge gesneuvelde militairen in Uruzgan, ging het ook mij aan het hart. Je hebt altijd van die hufters die zoiets aangrijpen om vredesmissiesoldaten uit te maken voor moordenaars en verkrachters. Er is diepe leed en je trapt nabestaanden nog eens lekker hard na in hun harten. Gewoon onmenselijk, ongevoelig, barbaars. Maar als een ‘allochtoon’ al dan niet negatief in het nieuws komt, nou Wilders dan moet je maar eens de reacties van die autochtone Telegraaf-lezers gaan lezen. Zelfs als over iets onbeduidend als voetbal gaat – met name over Seedorf. Wel, raciale beledigingen tot op bot naar complete groepen.

Moeten we daarom de Telegraaf laten muilkorven– wat overigens niet de eerste keer zou zijn? De enige krant die met Nazi-Duitsland heulde is na een verschijningsverbod Neerlands grootste podium van vrijheid van meningsuiting. Wees gewaarschuwd ‘allochtoon’: als je je al niet welkom voelt en je hebt lage weerstand, don’t go and look! Maar ja, ook de lezers van Waterkant kunnen bij tijd en wijle er wat van.
Elk voordeel heb zijn nadeel. Internet waarbij iedereen zonder screening vooraf zijn ei kwijt kan; een democratischer podium van vrije-meningsuiting is niet denkbaar. Nadeel: je kan anoniem alle vieze vuiligheid erop spuien. Ook al meen je niet alles, feit is: het blijft je innerlijke vuiligheid.

Over beledigingen gesproken. Dat gedoe met het Antilliaans bestuur. “Grotendeels een corrupte boevenbende”, volgens PVV’er Brinkman. Waarschijnlijk zal objectief onderzoek hem niet eens ongelijk geven. Net zoals VVD’er Weisglas ooit over Suriname beweerde: “Een roversnest.” Na ruim tien jaar Suriname moet ik hem – laat ik het zo zeggen – geen ongelijk geven. Maar we hebben niet alleen de taal van Nederlanders geërfd maar ook het lokale economisch systeem. Toen heette het netjes: wingewest. Uiteraard is dat geen vrijbrief voor de huidige wantoestanden.
Maar sinds wanneer – beste heren Wilders en Brinkman – is diplomatieke taal gespierde taal? Bonk maar even op de deur van je buurman en zeg: hé hufter, ken je die vuilniszakken niet op je eigen grafzerk pleuren?’ Ik denk niet dat je buurman zegt: “Eh, maar natuurlijk zeer weledelverstrengelde heer Brinkman, komt u binnen en laten we het even bij een kopje thee bespreken. Maar let wel: maximá…al één koekje hoor!”

Maar je weet natuurlijk nooit hoe een koe een haas vangt. Dat de PVV een partij van koeien is, is wel zo duidelijk. Maar die hazen laten zich niet als een haas vangen of verjagen. Zelfs Beatrix niet. Dit was het weer, lieve dierenvrienden. En nu maar knus naar jullie warme nestjes. Slaap lekker!

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 18 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

Lees ook: 'Van Middelkoop hekelt spierballentaal'

maandag 14 januari 2008

Estafettedroom

Tom Scheck

Go Obama go!


O wat ben ik beretrots op die Barack Obama. Niet zozeer omdat hij zwart is maar omdat hij zo’n ongelooflijk geloof in zichzelf heeft. Als het om wedijver gaat tussen zwart en wit of wat ook voor die twee kampen staat, dan ben ik niet op voorshands voor het zwarte kamp. Zo ben ik geen fan van Brazilië als die tegen Oranje speelt. Wel ben ik altijd voor wat zogenaamd doorgaat voor de ‘underdog’. Dat spreekt trouwens velen tot de verbeelding. In dit geval is het natuurlijk wel een succesverhaal als een zwarte presidentskandidaat – gezien de recente Amerikaanse geschiedenis van rassenscheiding – zijn blanke opponenten achter zich laat of behoorlijk het vuur na aan de schenen legt. Het is nog maar pas 45 jaar geleden dat Martin Luther King werd geëlimineerd omdat hij als zwarte Amerikaan hardop een droom erop na durfde te houden: ‘I have a dream!’

Obama is niet zozeer het symbool voor de emancipatie van de zwarte Amerikaanse bevolking als wel van de wereldbevolking in het algemeen. If he can make, we all can. Ik ben vooral bewonderaar van Obama omdat hij een bruggenbouwer is tussen etnische groepen, maatschappelijke klassen en lagen en seksen. Om diezelfde reden ben ik al heel lang trots op Oprah Winfrey. Als zwarte vrouw – how more underdog can you be? – de meest invloedrijke mediapersoonlijkheid zijn in het invloedrijkste land ter wereld. Het is toch onvoorstelbaar hoe blank Amerika openhartig en zelfs tot tenenkrommend toe zijn of haar ziel blootlegt tegenover een zwarte vrouw ten overstane van een miljoenen publiek wereldwijd.

Natuurlijk is de weg gebaand door illustere voorgangers als Gandhi, Kennedy, Mandela, Moeder Theresa én niet te vergeten Malcolm X en Jesse Jackson. En natuurlijk heeft een ieder zijn tijd mee of tegen en elke tijd zijn geëigende middelen. Maar de boodschap blijft hetzelfde: wereldvrede, naastenliefde én wederzijds begrip. Met Obama is de droom van Martin Luther King weer een flink stuk verwerkelijkt. “Er is géén wit Amerika, er is géén zwart Amerika, er is géén Latino Amerika. Ik ken een Verenigd Amerika”, sprak Obama weliswaar iets gelikter maar beslist niet minder baanbrekend. Wie stelt dat hij daarmee de hardnekkige Amerikaanse rassendiscriminatie ontkent, heeft het écht niet begrepen.

Het is allemaal prachtig de euforie over Obama’s zwart-zijn. Maar hij staat er natuurlijk wel vanwege zijn kwaliteit, kundigheid, charisma en uitstraling van nieuw leiderschap, nieuw elan en nieuwe hoop. En dat hij ‘zwart’ is, is mooi meegenomen voor de self-esteem van zwarten en andere zogenaamde ‘minder kansrijken’ wereldwijd. Want laten we wel wezen; menig cynicus zal uiteraard zeggen als hij het niet haalt: ‘Zie je wel, Amerika is niet klaar voor een zwarte president.’ Daarom vind ik Obama’s antwoord hierop ook zo prachtig. Hij zegt: “Als ik niet haal dan heb het Amerikaans publiek niet voldoende kunnen overtuigen met mijn argumenten.”

Wauw, Obama’s visie reikt veel verder dan het ééndimensionale Amerikaanse presidentsschap! Zijn boodschap is: niet omdat je zwart bent, dan wel vrouw, dan wel moslim of wat dan ook, red je het niet. Maar omdat je anderen niet met argumenten hebt kunnen overtuigen. Dus overstijg jezelf, je beperkingen en daarmee de rest van wereld. Eigenlijk zegt hij ook: als mijn wedloop niet de laatste fase van de estafettedroom van Martin Luther King blijkt te zijn, dan is het aan de volgende de stok over te nemen. Laten we eerlijk zijn: de winst is sowieso dat vanaf nu een zwarte Amerikaanse presidentskandidaat of een Latino de doodgewoonste zaak van de wereld is.

Onder de Surinaamse gemeenschap hebben lezers zich gestoord over een zinsnede in Nederlandse landelijk gratis dagblad. Dat zou hebben geschreven dat Obama één probleem heeft bij zijn succesrace: ‘hij is een neger’. Deze krant heeft vooral willen beweren dat wit-Amerika nog niet klaar is voor zwart leiderschap. Wel, Amerika is inderdaad het land van de rednecks, maar ook van zwarte senatoren, zwarte burgemeesters, zwarte gouverneurs en zwarte generaals. En als je bedenkt dat we kortgeleden moesten vernemen dat van de Nederlandse rijkstopambtenaren slechts vier van allochtone afkomst zijn, dan zou ik stellen dat acceptatie van zwart leiderschap in Nederland nog altijd een kwestie is van: keep on dreaming baby! Dus ik ben niet alleen trots op Obama maar ook op de Verenigde Staten. Zo trots, dat het zelfs in stoutste dromen van Rita Verdonk niet voorkomt. Obama is voor mij al de grote winnaar. En echt niet alleen maar moreel.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 5 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)

zondag 6 januari 2008

Ongevraagd Vuurwerk

ap
Zwarte
onderdrukking

Hopelijk bent u het nieuwe jaar voorspoedig begonnen en was vuurwerk geen voortijdige spelbreker. Eigenlijk zijn wij mensen gek om ons op de allerlaatste dag van het jaar bloot te stellen aan verhoogd risico: vuurwerk afsteken. Het is ook geheel in strijd met het Surinaamse principe van mofo yari – jaarseinde – dat je geen onnodige risico’s meer neemt maar juist extra behoedzaam bent. Immers, er zullen zeker nog een aantal slachtoffers vallen; zaak is dat je zorgt dat je niet erbij hoort.

Maar ja, dat is allemaal vrijwillig vuurwerk. Dat kan je niet zeggen van de aanhoudende oorlogshaarden en onlusten in de wereld. Op 1 januari, nieuwjaarsdag, keek ik naar BBC- World News. De balans: tientallen doden bij onlusten in Pakistan; 200 doden - inmiddels meer dan 1.000 - bij verkiezingsrellen in Kenia; doden bij botsingen in de Gazastrook, ga zo maar door. Ik word er niet extra somberder van maar ik sta mijzelf niet toe er ongevoelig voor te worden, omdat het zogenaamd “dagelijkse kost” is. Elke keer – al is het maar voor een seconde – laat ik het tot me doordringen dat het om gewone mensen gaat, zoals en u ik, die hun familie dierbaar vinden.
Een zelfmoordaanslag bij een begrafenis in Irak. Boem: in één keer meer dan 30 doden. En dat bijna dagelijks. Ik kan me er werkelijk niets bij voorstellen. Stel je voor: je doet boodschappen in de Amsterdamse Poort en elk moment kan de hel uitbreken en vliegen de ledematen je om de oren; als je het al overleeft.

Als je bijvoorbeeld goed kijkt naar de beelden uit Pakistan of Kenia dan zie je dat het allemaal gaat om armoede, corruptie en onderdrukking; hoe zwarte mensen zwarte mensen bloedig onder de duim houden. En Aziatische mensen Aziatische mensen.
Als ik de beelden zie dan denk ik aan míjn mensen in Suriname. Begrijp me goed: Suriname is vrede in het paradijs in vergelijking met bepaalde landen in Afrika of Azië. Ik heb ik het dan over de armoedige infrastructuur van zandwegen en kapot asfalt, hoog wiet en vervallen gebouwen. En laat ons niets wijs maken: 80 procent van onze mensen in Suriname leeft onder de armoedegrens. Niet voor niets zijn de pakkettendiensten nog altijd lucratief.

Als het in Groot-Paramaribo regent dan moeten waardige, werkende vrouwen en mannen tot in hun knieën waden door het modderige water. En in de krottenwijken liggen door de verstopte rioleringen allerlei infectieziekten – zoals die van Weil, diarree en dingue – op de loer. En in de droge tijd stinkt het er van stilstaand water. En laat u niks wijs maken door opvattingen zoals: ‘westerse onderdrukking’, ‘koloniale erfenis van verdeel en heers’ of ‘neokolonialisme’. Natuurlijk kan het allemaal veel beter de economische verdeling in de wereld, maar het kernprobleem is de corrupte politieke elite van die eeuwige-ontwikkelingslanden.
Kom zeg; wat heeft de ernstige woningnood, verouderd schoolmateriaal en het schrijnend te kort aan medische zorg te maken met neokolonialisme, terwijl je het 17e rijkste land bent ter wereld qua natuurlijke hulpbronnen en je leeft maar met amper een half miljoen zielen op een vruchtbaar oppervlak dat vier maal groter is dan Nederland? Ja, ik heb het over óns Suriname.

In Nigeria vonden op Eerste Kerstdag in één klap zo maar 35 mensen de dood omdat ze illegaal – lees: uit bittere armoede – olie wilden tappen uit een pijplijn. Exact een jaar daarvoor – dus ook op Kerst – ging het om maar liefst 270 doden in de miljoenenstad Laos. Nigeria is het achtste olieproducerende land ter wereld en maar liefst 40 procent is bestemd voor de Amerikaanse markt. Maar het land zelf kampt geregeld met ernstige tekorten aan brandstoffen zoals diesel en benzine, die nota bene ingevoerd moeten worden! Natuurlijk gaat de grootste hap van de exportopbrengsten naar westerse multinationals – zoals onze Koninklijke Shell – dat is die oneerlijke wereldverdeling – maar nogmaals: laat u niets wijsmaken. Met het onevenredig kleine deel dat overblijft kan je echt wel je lokale mensen een minimaal menswaardig bestaan garanderen. De kleine politieke elite echter stopt die miljarden grotendeels in eigen zakken.

Ik ga u eerlijk zeggen: zeker na tien jaar Suriname geef ik voorlopig geen enkele rooie cent meer aan Afrika en andere zogenoemde arme continenten, omdat ik weet dat het geen enkele sier helpt; en ook niet een beetje! Ik wens niet bij te dragen aan een dergelijke symptoombestrijding. Ik ben niet helemaal ongevoelig geworden; regelmatig doneer ik kleine bedragen aan Amnesty International, het Rode Kruis en Greenpeace; onmisbare klokkenluiders als het gaat om behoud van mens en milieu.

Op kerstavond verloor een Chinees echtpaar in Arnemuiden, hier in Nederland, alle zijn vier kinderen; de meisjes waren tussen de één en acht jaar oud. Dat terwijl het restaurant beneden bomvol zat met gasten die het Lichtfeest der Lichtfeesten vierden. Over mofo yari gesproken. De Stichting Landelijke Federatie van Chinese Organisaties heeft een bankrekening geopend ten name van ‘Brand in Arnemuiden’ voor de wederopbouw van deze onfortuinlijke Chinese ouders. Ik heb vijf euro gestort. Ik weet het: geen enkel bedrag kan je dierbare kinderen vervangen. Maar bijdragen aan de wereldvrede begint met je buren. Dat is mijn nieuwjaarsboodschap. Een voorspoedig 2008 en koester uw dierbaren; want ze behouden, is gezien de headlines beslist geen vanzelfsprekendheid!

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 5 januari 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)










Google