zondag 2 maart 2008

Haarscherpe weergave

schoolvoorjournalistiek.com

Nog altijd weggefilterd


In 1996 vertrok ik naar Suriname met als voornaamste bagage een identiteitscrisis van jewelste. Ik voelde me geen Nederlander meer. Ach, natuurlijk had ik mijn leven lang ook opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd gekregen zoals ‘roetmop’, ‘sambo’ en ‘rot naar je eiland’. Dus ik was niet naïef als het om racisme ging. Maar ik bleef optimistisch gestemd omdat ik rooskleurig geloofde in een toekomst dat we op een dag allemaal Nederlanders zouden zijn. Bovendien had ik ook een rotsvast geloof in het sprookje dat Nederland het ultieme tolerante en progressieve land was. Maar begin jaren negentig werd het ‘minderhedendebat’ aangezwengeld en de Nederlandse samenleving voor het gemak opgedeeld in ‘autochtonen’ en ‘allochtonen’. Het heeft daarna nog een paar jaartjes geduurd maar al gauw kwamen de eerste barsten in dit rotsvaste geloof.

Als journalist noch als burger kon ik intellectueel en mentaal iets met deze tweedeling. Het was alsof met succes een term was gevonden, door de meerderheid, om de rest maatschappelijk uit te sluiten dan wel te marginaliseren. “Ja, maar je bepaalt toch zelf wat je bent”, reageerde menig Nederlandse vriend of vriendin verbaasd als ik me hierover beklaagde. Dat was makkelijk gezegd. Ik mocht mezelf dan wel Nederlander noemen en voelen, maar het schiet natuurlijk niet op als je dagelijks in de kranten en op de televisie voor het gemak als ‘allochtoon’ werd bestempeld. Nee: gestigmatiseerd. Het was allochtonen dit, allochtonen dat. Allochtone jongeren leren langzamer, allochtone jongeren vaker gewapend, allochtonen volop in drugs en ga zo maar door. En als enige zwarte medewerker van het Parool, de krant van ‘multicultureel’ Amsterdam, was het roeien tegen één dikke modderstroom in. Totdat ik helemaal stuk en – inderdaad – ‘gefrustreerd’ was. Ik dacht als oor en oog voor deze krant, waarvoor ik al zeven jaar succesvol schreef, te kunnen bijdragen aan het minderhedendebat. Maar ineens sneuvelden al mijn artikelen.

Mijn lijfblad was niet geïnteresseerd in de nuances of beide kanten van het verhaal maar in rechtse sensatie. Met als enig doel: verhoogde oplage. Het Parool, voormalig verzetskrant, heeft de minderheden in de jaren negentig gewoon kapot geschreven, als een hijgerige bloedhond. Regelmatig, als ik op de redactie kwam, gaf ik kritiek op de inhoud van de krant ten aan zien hiervan. Totdat op een dag tegen mij werd gezegd: “Als je je hier niet meer thuis voelt dan kan je maar beter elders heen gaan.” Het onvermijdelijke “your time is over” als donderslag bij helder hemel. Wel mensen, ik dacht bij mezelf: hé, als een ‘links’ en ‘maatschappelijke geëngageerd’ bolwerk als het Parool dat tegen mij zegt, wat heb ik dan nog in Nederland te zoeken? Herkent u dat: “Als je je niet meer thuis voelt dan kan je maar beter ergens anders je heil zoeken.” Vast wel. De verwoording van het onderhuidse uitsluitingsmechanisme van de meerderheid.

Ik was zodanig gefrustreerd geraakt dat ik tijdens journaal en praatprogramma’s ging turven hoeveel van de woordvoerders een witte man, witte vrouw of allochtoon was. Na enkele weken had ik tegenover zo’n veertig autochtone mannen, een handvol autochtone vrouwen en geen enkele allochtoon. Zo spierwit was de Nederlandse televisie. En dat gold ook voor de gedrukte media. Terwijl ik om me heen – zeker in de Randstad – een bonte multiculturele samenleving zag, was de weergave daarvan uitgebleekt in de media. We werden gewoon weggefilterd. Omdat we zogenaamd niet tot de ‘doelgroep’ behoorden. Dan heb ik het ook over reclamespotjes.

In 2006 keerde ik na tien en een half jaar terug. Er is bar weinig veranderd. Overigens niet meer tot mijn ontzetting en frustratie. Maar ik kijk vrijwel niet naar de Nederlandse televisie als het gaat om nationale producties. Want het is één Big White Men Show. Uiteraard met uitzonderingen daargelaten. Mijn stelling over de Nederlandse televisie van tien jaar geleden was: ‘sluit een marsmannetje op in een geblindeerde kamer en laat hem aan de hand van televisiebeelden vertellen hoe de Nederlandse samenleving is samengesteld. Zijn conclusie zou zijn: spierwit met hier en daar een allochtoon voornamelijk als maatschappelijk heikel punt’. Deze stelling staat wat mij betreft nog kaatsrecht overeind. Er is een nieuw seizoen van start gegaan voor tv-serie de Keyzer & De Boer Advocaten. Met een nieuwe gastrol – let wel ‘gastrol’ – voor officier van justitie Selma van Turkse afkomst. Want zegt de producent met trots over zijn verder hagelwitte serie: “Zij moet de tijdgeest haarscherp weergeven.” Haarscherper kon hij het niet zeggen. We worden nog altijd flink weggefilterd.

Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 1 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)










Google