zondag 9 maart 2008

Eurotieke Zone


Substantiële
prijsstijgingen


Als ik één ding heb geleerd van leven in Suriname als ontwikkelingsland, dan is het wel dat armoede big business is. Hoe meer hyperinflatie des te meer woekerwinsten maken geld- en goederenhandelaren. Toen Wijdenbosch net de regeermacht had weggekaapt, zei een vriend aan een terras in Paramaribo: “Als de dollarkoers 1 op 750 wordt, dan ben ik weg uit dit land.” We lachten er nog om. Maar uiteindelijk, toen Wijdenbosch in 2000 vervroegd werd verjaagd door de verarmde en hongerende massa, was de koers ruim drieduizend Surinaamse guldens voor één Amerikaanse dollar.

Ik vond het maar bizar. Voor mij was het een schouwspel waaraan ik deelnam en tegelijkertijd buiten stond. Ook ik had natuurlijk te maken met de dagelijkse prijsstijgingen en raakte de tel volledig kwijt. Maar ik verdiende “valuta” zoals dat heette. Dus voor mijn persoonlijke koopkracht maakte het niet uit. Mijn Nederlandse guldens bleven even hard en leverden bij elke koersstijging evenredig meer – en zelfs flink meer – Surinaamse guldens op. Maar het is allerminst genieten van je ‘rijkdom’ als je meeste vrienden en kennissen maar net een week kunnen rondkomen van hun lokale salaris. Een inkomen dat ze sowieso zo snel mogelijk moesten uitgeven omdat het per seconde minder werd.

Inmiddels heeft de Surinaamse gulden plaatsgemaakt voor de Surinaamse dollar, die al jaren stabiel is. Monetair mag Suriname daar als kleine Caribische economie – met een jaarlijkse groei van 5 procent – best trots op zijn. Laten we eerlijk zijn. Je krijgt nu voor je Amerikaanse dollar zo’n drie lokale terug. Dat is weer wat anders dan tienduizend roepies om maar wat te noemen. Toch stijgen momenteel de winkelprijzen in Suriname weer. Niet dramatisch maar wel substantieel. Ditmaal niet omdat de nationale munt kwakkelt maar omdat de euro zo oersterk is. En Suriname is, zoals we weten, een consumptieve, nauwelijks producerende economie. Hoewel het land qua grondstoffen en voedingstoffen van alles biedt, importeert het van alles en nog wat.

De relatief kleine handelarensector vaart er wel bij en is nauw verweven met de (corrupte) politieke elite. Dus je kunt raden dat er weinig overheidsmaatregelen worden getroffen om de import terug te dringen ten gunste van ontplooiing van lokale industrieën. Zo is bijvoorbeeld Surinaamse kip het viervoudige in prijs van geïmporteerde Amerikaanse, Europese of Braziliaanse. En de schappen van de supermarkten staan vol met sappen van de Albert Hein en andere Nederlandse huismerken. En dat geldt voor van alles: koekies, snoepies, specerijen, conserven, zuivelproducten en ga zo maar door.

De handelaren hadden zich ten tijde van de hyperinflatie goed ingedekt door hun waar te ‘verdollariseren’. Dat betekent dat alles was geprijsd in Amerikaanse dollars en je mocht tegen de dagkoers – of beter gezegd momentkoers – in Surinaamse guldens betalen. Dus ook al bleef dat blikje ‘Hollandse’ bruine bonen één dollar maar omgerekend steeg de prijs dagelijks met sprongen tegelijk. Surinaamse handelaren zagen de bui al snel hangen toen de euro werd ingevoerd. Al ver voor de rest van de wereld is men in consumptief Suriname – stabiele nationale munt of niet - overgegaan tot het vereuroriseren van de prijzen. Dus je kunt je voorstellen hoe daar de winkelprijzen stijgen naarmate de euro sterker wordt.

De euro is destijds in Suriname met open armen ontvangen als nieuwe statussymbool. Voor je het wist was die er sneller ingeburgerd dan in Europa zelf. In Suriname spreken ze ook niet van euro maar ‘éro’. Je weet wel, zoals bij erotiek. Zo erg watertanden ze ervan. Volgens officieel en natte-vinger-werk-onderzoek maken wij vanuit Nederland jaarlijks tientallen miljoenen euro’s over naar familie in Suriname. Ook ik onderhoud op deze wijze mijn gezin. Voor elke honderd euro krijgt mijn vrouw momenteel meer dan vierhonderd Surinaamse dollars. En substantiële prijsstijgingen of niet; wat je hier met één euro kan, doe je daar evenredig met één Surinaamse dollar. Mits doordacht besteed. Al wil de tragiek dat lokaal geproduceerde sappen, koekjes en pindakaas duurder zijn dan geïmporteerde.

Toch is het nu raadzamer, als je familie ondersteunt, een bescheiden bedrag op te sturen dan een goederenpakket. En je moet zeker geen kleding of materialen opsturen. Al geruime tijd kijk ik elke ochtend vol spanning bij het RTL-ontbijtnieuws naar de euro-dollarkoers. En elke keer als ik hoor: “De euro is stabiel” (blauw blokje) of meestal: “De euro is gestegen” (groen driehoekje), dan klinkt het als muziek in de oren en juich ik alsof Ajax weer een doelpunt heeft gescoord. Daarom zou ik willen zeggen: “Lang leve de eurotieke zone!” Tenminste: als je niet aan de schaduwzijde ervan staat.


Dit is een bewerking van de radiocolumn 'De brainwaves van Iwan Brave' van 8 maart 14:00 u. On demand te beluisteren op: Faya/Caribbean FM (Salto)










Google